De Rio Usumacinta
loopt van Guatemala Hoogland naar de Golf van Mexico, waarin hij ter hoogte
van Campeche (vlak bij Uxmal)
uitstroomt. De rivier is bijna 1000 kilometer lang en is voor een deel grensrivier
tussen Mexico en Guatemala. Langs de rivier liggen diverse Maya tempelcomplexen,
onder andere: Pieders Negras,Yaxchilán en Bonampak. We gaan op weg van Flores
naar Yaxchilán, wat alleen via de rivier te
bereiken is.
Van Flores naar de grensrivier Rio Usumacinta is de weg zo mogelijk nog slechter dan het stuk voor Flores. Onze buschauffeur geeft nu blijk van rally talent op Camel Trophy niveau en zet ongetwijfeld een nieuw wereldrecord op deze afstand! We komen heelhuids aan bij de rivier, waar dorpelingen klaar staan om ons te helpen de bagage in de boten te laden. Dit na enig onderhandelen, waarbij het totale dorp zich rond onze bagage schaart! Hiernaast een plaatje van de boten waar we verder in reisden.
Yaxchilán ligt aan de Mexicaanse
kant van de rivier. Onze eerste stop was dan ook bedoeld om de zeer onontbeerlijke
visumpapiertjes te bemachtigen - zonder dit papiertje schijn je namelijk Mexico
niet meer uit te kunnen. We
hadden bijna de kans gekregen dit te testen! In het grenskantoortje in de buurt
van de plaats waar we overstapten van bus naar boot, waren alle visumpapiertjes
uitverkocht. 'Mañaja misschien', legde de niet al te intelligente douanier uit.
(O sorry, hoe ik weet dat hij niet zo intelligent was? Dat kwam dus doordat
hij al zeker 10 minuten gezellig met Cora onze reisleidster aan het kwebbelen
was voordat hij in het kader van zijn officiële verantwoordelijkheid haar de
vraag stelde of ze misschien ook Mexicaans sprak? Een beledigde Cora zei: 'Nee,
Russisch!'. Hier begreep hij echter helemáál niets meer van, rare buitenlanders,
ze zei toch dat ze Nederlands waren??). Gezamenlijk besluiten we dat één nachtje
in de jungle zonder visum moet kunnen. Dus weer verder in de boot, waarop het
prompt begint te gieten. Het is wat, met zo'n regengodje aan boord.
Het kampeerterreintje bij Yaxchilán bleek wat primitief. Om te beginnen was het eigenlijk een landingsbaan, waardoor het mooie vlakke stuk juist niet gebruikt mocht worden om tenten op te zetten! Verder was er geen water en geen sanitair, tenzij je het bosje gemarkeerd door het bord 'Welcome to Yachilán' daaronder wilt rekenen? De stank is er in ieder geval wel naar! We hadden nog een heleboel meer te klagen, maar dat doet hier weinig ter zake.
Het enige wat ik misschien
nog moet vermelden is, dat onze groep het
kampeerterrein moest delen met welgeteld één (1) andere groep. Oók Nederlanders,
wat de communicatie niet bepaald ten goede kwam. Zij waren het eerst aangekomen
en hadden zodoende de tenten uitgezocht die nog heel waren en mochten als eerste
eten (er was geen capaciteit voor twee groepen tegelijk), wij namen wraak door
na ons late diner lekker nog wat te blijven hangen met de bootlui. 'Wij' was
in eerste instantie niet helemaal de hele groep, maar Jac en ik constateerden
al snel: 'When you can't beat them, join them' en kropen terug uit de ongelofelijk
vochtige en zeer onbehagelijke tent richting gezang, onder medename van wat
verse voorraad namaak whiskey.
Na het hele Mexicaanse
en Gualtemalteekse repertoire gehad te hebben, werd het tijd
voor het Turkse
en het Nederlandse. 'De uil zat in de olmen...' schoot helaas de andere groep
in het verkeerde keelgat. De oerwoud geluiden werden totaal overstemd klaagden
ze! Zeer terecht overigens, ik hoorde de brulapen pas triomfantelijk aanslaan
een half uur nadat we eindelijk rustig waren! De volgende ochtend aan het ontbijt
werd onze reisleidster ondervraagt over de doelstellingen van onze vakantie
- duidelijk een grote lacune in onze voorbereiding. Nadat het hopeloze van de
situatie was ingezien, wenste de andere groep onze reisleidster 'Veel sterkte
met je groep!'. Ondanks duidelijke meningsverschillen intern heeft dit gebeuren
zeer groepsvormend gewerkt, wat zich uit in het feit dat we nu al aan onze vierde
reünie toe zijn!
Bij zonsopgang was
het tijd voor de bezichtiging van Yaxchilán. Deze beleving was alle kampeerperikelen
meer dan waard. We zagen tempels temidden van de jungle, voorzichtig beschenen
door een vroeg zonnetje. En we zagen spechten en prachtige levensgrote vlinders
en apen en zelfs een toekan op fotografeerbare positie (prima poserend: kop
naar links, kop naar rechts, nogmaals kop naar links, dat was toch de meest
fotogenieke kant)! Binnen de donkere tempelruimten hingen vleermuizen alweer
lekker te dommelen. Het was net alsof wij de eerste mensen waren die deze Maya
ruïne ontdekten (de andere groep bleef ver uit de buurt, merkwaardig nietwaar?).
Yaxchilán is in de
achtste eeuw een belangrijk religieus centrum geworden onder koning 'Scherm
- Jaguar' en zijn zoon 'Papagaai - Jaguar'. Onze gids vertelde iets over de
religieuze praktijken van de koninklijke familie. Het kwam erop neer dat bijvoorbeeld
de koning zich met een mes verwondde aan flink bloedende delen zoals tong, zij
of penis. De pijn werd bestreden met behulp van drugs, die via de neus of anaal
werden toegediend door hulpvaardige familieleden. Door het bloedverlies begon
de persoon te hallucineren, waardoor hij in staat was contact te
maken met voorvaderen. Op het reliëf hiernaast zie je het mes, de stroom bloed
links naar beneden, de drug onder de neus en een vage voorvader
hoort op de achtergrond op te doemen. Deze voorvaderen konden advies geven over
de te volgen koers in een komende veldslag of aangaande andere moeilijke zaken.
Tot slot nog een kalenderpoefje, ook hier weer bewijzen van de vergaande kennis van de Maya's op astronomisch gebied.
Nog maar 4 ruïnes te gaan!