We hebben een
enorm lange reisdag achter de rug: half 8 vertrokken uit Oaxaca,
na diverse tussenstops
waren we pas om kwart over 9 's avonds in ons hotel in Chiapa de Corzo. Daar
hadden we dus niet veel aan! Er was zowaar een zwembad in het hotel, dus hebben
we
even
gezwommen.
Daarna hebben Jac en ik een biertje gedronken op het plein temidden van de indianen. Ik vrees dat dat alles is wat we van Chiapa de Corzo gezien hebben, want de volgende morgen vertrokken we al weer om 9 uur naar San Cristobal.
Eerst gingen we naar
de Caņon del Sumidero om een boottochtje te maken. Vroeger baande de Rio Grijalva
zich op wilde wijze een weg door de Caņon, nu
stroomt de rivier veel rustiger vanwege het stuwmeer dat aan de eind van de
kloof aangelegd is (1981).
De Caņon heeft een prachtig
landschap, vol mooie uitzichten en wilde dieren, vooral vogels, zie bijvoorbeeld
de aalscholver linksboven,
de witte reiger boven en de aasgieren die voor zonnepaneel spelen, rechtsboven.
Wij zagen zowaar ook een krokodil!De
rotswanden die de Caņon omringen torenen op de hoogste plaats maar liefst 1200
meter boven het water uit, terwijl de bodem 1000 meter dieper ligt! Geen goede
plaats dus om van de rotsen te duiken, wat de plaatselijke Chiapas
indianen toch gedaan schijnen te hebben, in een zeer radicale oplossing voor
het dreigende gevaar slaaf te worden van de Spaanse veroveraars. Hier denken
we liever niet over na.
Door het water wat geleidelijk
ook van boven de rotsen naar beneden druipt, zijn prachtige korstmossen in levensgrote
afmetingen gevormd. Heel bijzonder om te zien. Al met al een hele ervaring,
ons tochtje door de Caņon. Weer teruggekeerd in de haven gingen we door naar
San Cristobal, zie volgende routestop.