Roma
Rome is de enige stad waar we meerdere
dagen doorgebracht hebben. In totaal hebben we drie hele dagen besteed aan het
bezichtigen van Rome, wat kort is. Rome heeft een heel andere karakter dan Florence
en Siena, Rome is veel groter en de meeste bezienswaardigheden in Rome zijn
een stuk
ouder. Rome staat boordevol met prachtige gebouwen, al zijn de gebouwen en beelden
in Florence over het algemeen mooier afgewerkt, de vele kerken in Rome mogen
er toch ook zeker zijn en de tastbare oudheid van de gebouwen is uniek. Rome
is een bruisende stad, duidelijk een internationaal centrum dat met z'n tijd
meegaat. Des te verrassender is het direct naast een grote verkeersweg en een
modern kantoorgebouw een enorme opgraving te zien, bijvoorbeeld het Foro Romano,
of aan het eind van een verder niet erg bijzonder park opeens de oeroude contouren
van het Collosseo te zien verrijzen. Op diverse plaatsen midden in Rome is men
bezig met opgravingen, laag na laag, je loopt als het ware op de geschiedenis.
In Rome krijg je een gevoel van continuïteit.
Het is inmiddels de eerste week van September, gelukkig
geen vakantietijd meer in Italië dus. Toeristen genoeg overigens, afkomstig
van de hele wereld. Het is nog steeds warm maar gelukkig niet meer zo benauwd
als het in Sorrento
was, we denken al even dat het in Rome minder warm is gewoonlijk dan in Napels
maar horen van andere mensen op onze camping dat het hier ook bloedheet geweest
is. We zitten op de camping die het dichtst bij het centrum gelegen is, Village
Camping Flaminio. Een paar minuten lopen naar een stationnetje (het krijgen
van een geldig kaartje in de nabijgelegen supermarkt duurt wat langer
),
vanwaar zeer regelmatig een trein vertrekt die uitkomt op het noordelijke Piazza
del Popolo, vlak bij het grote park Villa Borghese. Vanaf hier kunnen we verder
met de metro.
Het Piazza del Popolo zelf is overigens al een aardig plein, compleet met fontein en beelden. Trapjes voeren heuvelopwaarts en na een zeer bescheiden klim (vond Jac ook) heb je uitzicht over Rome: het Pantheon, kasteel Sant 'Angelo en in de verte de enorme koepel van Sante Paolo, de Sint Pieter op z'n Nederlands.
De metro verbindingen in Rome zijn prima: snel, veilig
en goedkoop, we hebben er veel gebruik van gemaakt. Hoofdzakelijk hebben we
de stad echter te voet bekeken, de enige manier denk ik om echt kennis te maken
met een stad en zeker met Rome. We bezoeken de Fontana di Trevi, meer fontein
dan plein, en
genieten van een zalig Italiaans ijsje. Dan lopen we verder. Romantische kleine
straatjes, klimop druipt van de muren, overal staan scooters, pleintjes met
hoge huizen in pastelkleuren met holle voorgevels (in Siena
rond het Piazza del Campo waren huizen die ook rondliepen, verder nooit zoiets
gezien), dan opeens een enorme fontein vol beeldhouwwerken, het Pantheon verstopt
op een achteraf pleintje, prachtig van binnen, zo ruim, gefilterd licht, de
mensen klein in deze immense ruimte, tussen de toeristen door denk je de oude
Romeinen te zien lopen, een beetje schimmig, daar achter bij de gigantische
pilaren, over pilaren gesproken, daar zijn ze hier niet zuinig mee, en de prachtige
marmeren vloeren, geometrische patronen lijken de koepel nog groter te maken
dan hij al is. We lopen weer verder en dan opeens ziet Jac een enorm groot wit
gebouw getooid met grote beelden, verderop, aan het eind van de steegjes. We
zijn helemaal afgedwaald van de geplande route, maar dat geeft niets, zo is
het nog leuker. Het gebouw blijkt het Palazzo Venezia te zijn,
voor
een deel gebouwd met materiaal van het Colosseo, onder andere door Mussolini
als residentie gebruikt. In de buurt ligt de van buiten onopvallende Chiesa
Gesu', een Jezuïtische kerk, binnen zeer sfeervol ingericht en beschilderd,
een prachtige lichtval, een echte kerk om tot inkeer te komen. Vlak erachter
liggen de eerder genoemde opgravingen van oude forten (Foro Romano) en als we
nog verder doorlopen komen we bij het Colosseo, waar toch nog meer dan genoeg
van over is om z'n naam eer aan te doen!
De tweede dag gaan we zéér decent gekleed
op pad naar het 'Il Vaticano'. De stroom mensen richting Vatikaan is immens,
je ziet allerlei toeristen maar ook veel nonnen en broeders. Inderdaad, zoals
de reisgidsen al waarschuwden, wordt er streng gecontroleerd op kleding. Het
weer is gelukkig bewolkt, anders was deze kleding niet uit te houden. We stromen
met z'n allen het
San Pietro plein op. Het plein valt me tegen, maar misschien ligt dit wel aan
het sombere weer of aan de duizenden grijze stoeltjes, waar het hele plein bezaaid
mee staat. Hoog boven ons op de pilaren bekijken de heiligen het geheel met
gemengde gevoelens. Het plein is groter dan welk plein ook dat ik ken en de
grote stroom toeristen vult hier enkel een smalle rand rechts langs de stoeltjes.
Aan de overkant komt een stroompje toeristen terug uit de San Pietro. We lopen
mee met de ingaande stroom. Helaas mogen we niet door de middelste deur de kerk
in, die is alleen geopend in millennium jaren en mag enkel door de paus ceremonieel
gebruikt worden.
De enorme stroom toeristen past probleemloos in de San Pietro. In alle opzichten is de kerk immens, maar de sfeer die er hangt is beangstigend. Het lijkt wel of het bloed van de wanden komt druipen, om het even wat plastisch uit te drukken. Mijn verbeelding maakt overuren. Midden in de kerk prijkt een immense bronzen constructie, 29 meter hoog uittorenend boven het altaar in het midden, wijzend richting de hoge, ook weer immense koepel. Even breekt er een zonnestraaltje door de ramen van de koepel, maar dan is het buiten weer helemaal grijs. Rondom het altaar branden kleine olielampjes. Plots moeten we aan de kant, bezige mannetjes in uniform gebaren wild, er blijkt een processie aan te komen van hoogwaardigheidsbekleders, in een zwarte lange jurk met paarse sjerpen om, kruisjes in de handen, vol besef van de plechtigheid van dit moment. Ze gaan in een ruime cirkel om het altaar staan. Voor in de kerk is ook een dienst gaande. Een hele ervaring, de Sint Pieter.
Ik wil graag de 'Cappella Sistina' nog bekijken. Het
blijkt dat die een deel is van de 'Musei Vaticani' en dat we een flinke wandeling
rond het Vaticaan moeten maken voordat we het museum kunnen betreden. In het
museum moet dezelfde afstand weer terug gelopen worden, nu binnendoor, waarbij
we vrijwel het hele museum doorgevoerd worden voordat we bij de Sixtijnse Kapel
komen. Later
lees ik in de LP dat er ook een directe route door het museum zou moeten zijn,
waarbij je niet alle kamers door moet. Maar het museum is zeer de moeite waard,
vooral de prachtige plafonds, wandtapijten en grote landkaarten vind ik erg
mooi. De Sixtijnse Kapel is zeer indrukwekkend, de fresco's van Michelangelo
(de creatie van de wereld op het plafond en het laatste oordeel op de kopse
muur) zijn prachtig gerestaureerd en werken zo indringend in op de mensenmenigte,
dat ieder in stilte eindeloos naar boven staat te staren. Hier voel je de aanwezigheid
van God, of je nu gelooft of niet.
De laatste dag beginnen we met een wandeling langs de
Tiber. We komen uit bij het het indrukwekkende Castel Sant 'Angelo, zeer oud
(zesde eeuw voor Christus) en geheel
gerestaureerd. Jac vindt het niet zo mooi, erg strak en blokkerig, weinig beeldhouwwerk.
De brug die naar het kasteel leidt, de zogenaamde 'Engelenbrug', doet een poging
het gebrek aan beeldhouwwerk van het kasteel geheel goed te maken. Een beetje
tè naar mijn smaak, maar het geeft aardige foto's. We willen nu naar
het meest nabijgelegen metrostation lopen om op weg te gaan naar de Via Appia
Antiqua voor een bezoek aan de Catacomben. Het bewuste metro station ligt aan
de andere kant van het kasteel. Het snelste lijkt mij om de slotgracht aan de
kasteelzijde te volgen. Leuk idee, maar zoals dat wel vaker met een slotgracht
gaat: je kan ze alleen oversteken als er een brug is. Nu had deze gracht geen
water meer, maar hij was zeker vijf meter diep en de wanden
liepen
erg steil. En er was geen brug aan de andere kant van het kasteel. Niet handig
voor de toeristen leek mij, maar daar hielden ze de zesde eeuw voor Christus
kennelijk nog geen rekening mee. Met de paus werd wel rekening gehouden, er
was namelijk wel een hooglopende overdekte gang die vanuit het Vaticaan rechtstreeks
naar het kasteel voert, een handige vluchtroute als de situatie weer eens een
beetje uit de hand liep. Wij hebben er weinig aan, want het ding is (vanzelfsprekend)
geheel dicht. Al zoekend naar een mogelijke uitgang lopen we het hele kasteel
rond, nou ja, hebben we dat ook weer goed gezien!
De Via Appia Antiqua blijkt echter ook een stuk langer
te zijn dan ik in mijn hoofd had (dom, want het staat zeer duidelijk in de LP,
welke bus te nemen etc.). We lopen van al onze stadsplattegronden af en moeten
dan nog twee kilometer voordat we bij de Catacombe di San Calisto komen. De
Via Appia Antiqua mag dan de oudste weg zijn in Europa, hier is echter weinig
van te merken. Telkens als het stoplicht aan
de stadszijde op groen springt, geeft een stroom auto's gas om vervolgens als
gekken het kilometers lange rechte parcours af te leggen. Men heeft in al die
eeuwen nooit gedacht aan trottoirs, dus is het een kwestie van jezelf platdrukken
tegen de authentieke stenen muren die de zijkant van de weg markeren. Op zondag
is de Via Appia autoloos volgens de LP, het lijkt me zeer aan te raden deze
weg alleen op zondag te bewandelen of te befietsen. De weg loopt verder en verder,
nog steeds geen Catacombe te bekennen. Jac moppert dat we toch het stadscentrum
van Rome gingen bekijken en niet de landerijen in de verre omtrek. Inderdaad
lopen we opeens midden tussen de velden, ik kijk om me heen en vraag me af waar
Rome eigenlijk opeens gebleven is.
We moeten nog stevig doorwandelen om voor sluitingstijd
bij de Catacomben aan te komen. De catacomben vallen een beetje tegen, ik had
ladingen lijken verwacht of zo, maar we zien lege grotten die muf ruiken van
de vele toeristen, alleen de vele nissen in de wanden spreken tot de verbeelding.
Onze vrouwelijke gids is een bevlogen aanhangster van de oecumene en houdt een
hartverwarmend verhaal over mensen van alle verschillende godsdiensten die hier
komen en ieder op hun eigen manier hun geloof beleven. Wellicht sfeervol, zo'n
leeg altaartje in een totaal verlaten catacombe, maar
toch een beetje kaaltjes vergeleken met de vele prachtige kerken hier.
Op de terugweg - we nemen nu maar de bus, die vlak bij de andere ingang van de catacomben blijkt te stoppen - bekijken we nog de Duomo van Rome, de San Giovanni in Laterano. Hier kan niemand klagen over 'wat kaaltjes', de kerk is groot maar niet zo verschrikkelijk als de San Pietro, prachtige vloeren, kleurrijke mozaïeken, indrukwekkende beeldhouwwerken die weerskanten van het middenschip markeren, misschien wel de prachtigste kerk die ik ooit gezien heb.
Nog
veel meer foto's van Rome bekijken? Bestel
de CD vandaag nog!
Terug naar Virtual Traveling home