Agra, pagina 3 van 5
Tenslotte komen we terug in ons hotel en al snel
is het tijd voor onze afspraak met de aardige
jongeman, wiens moeder en zuster niet teleurgesteld mogen worden. Voor alle zekerheid
laten we vrijwel al ons geld achter in het hotel, op de één of andere manier hebben we
beiden onze twijfels... We ontmoeten de aardige jongeman samen met een opeens verschenen
neef van hem zoals afgesproken voor ons hotel en wandelen naar zijn huis, wat inderdaad
niet ver is maar de straten zijn wel heel erg donker... Er gebeurt niets, maar ik heb
weinig vertrouwen in dit avontuur van ons.
De aardige jongeman lijkt minder aardig vanavond, stiller en als hij wat zegt sarcastischer, of is dit mijn verbeelding die met me op de loop gaat in deze donkere straten? Zijn huis ziet er goed uit, zelfs wel erg rijk naar Indiase maatstaven. Binnen worden we naar de beste kamer van het huis geloodst. De moeder, die zo vreselijk gekwetst zou zijn als wij niet kwamen, maakt wel wat thee voor ons maar daar houdt alle belangstelling bij op. Enkele kinderen bekijken ons nieuwsgierig vanachter de deur. Gelukkig houdt het neefje de conversatie gaande, de aardige jongeman is bepaald niet meer geïnteresseerd en is trouwens veel te druk met zijn draagbare telefoon, een zeer duur bezit in India.
Tenslotte vraag ik hem wat er
aan de hand is, en hij antwoordt dat hij een neef van hem wil bereiken, hij wil graag dat
die neef ons ontmoet. We begrijpen hier niet veel van en we begrijpen ook al niet waarom
zijn moeder niet een keertje komt kennismaken. Natuurlijk is dit een andere cultuur, maar
z'n moeder serveert niet eens de drankjes zelf en dit is zeker niet normaal voor zover we
weten. De aardige jongeman vertelt ons dat ze bezoekers verwacht en daarom niet
binnenkomt. Dit lijkt ons erg onlogisch en ik weet nu vrijwel zeker dat er iets niet in
orde is, maar de situatie lijkt niet gevaarlijk zodat ik me niet al te veel zorgen maak.
Jacques schijnt ook zo z'n twijfels te hebben, hij begint weer over de slechte ervaringen
die hij tot nu toe opgedaan heeft met Indiase mensen, dat er altijd achterliggende
bedoelingen zijn en dat hij nu erg wantrouwend geworden is. Dit dringt ruw door bij onze
gastheer, die zeer gealarmeerd opkijkt en vraagt wat Jacques nu precies denkt?? Zodra hij
begrijpt dat Jacques het niet direct persoonlijk bedoelt kalmeert hij weer.
Tenslotte arriveert de langverwachte neef. Hij is gekleed in een lang wit
Bedoeïenachtig kleed.
Hij is wat dik en zijn gezicht is donker met gesluierde ogen. Hij is bijzonder vriendelijk
tegen ons, spreekt fantastisch Engels en vertelt ons van alles over zijn ideeën aangaande
mensenrechten, ideeën die verbazingwekkend gelijk zijn aan de onze. Hij vertelt ons over
de fabriek van zijn oom, daar worden juwelen met dure stenen gefabriceerd. Er werken geen
kinderen, hij is het geheel met ons eens dat dat niet kan en dat kinderen naar school
moeten, zelfs als ze van een lagere kaste zijn. Het is jammer dat je moet betalen om naar
school te mogen in India, maar gelukkig is zijn tante zeer begaan met enkele arme
kindertjes en betaalt ze hun opleiding. En alle productie medewerkers krijgen een
dertiende en zelfs nog een veertiende maand, het is namelijk zeer belangrijk om
gemotiveerde mensen in deze fabriek te hebben. Die presteren namelijk kwalitatief en
kwantitatief beter. Enzovoort enzovoort. Ik was aangenaam verrast door zijn ideeën! Maar
nu was het tijd om te vertrekken vonden Jac en ik. Onze mensenrechten aktivist wou echter
nog wat kleinigheden met ons doorspreken. En onze gastheer was geheel verdwenen.
Onze mensenrechten
activist informeert ons dat hij heel wat Nederlanders kent,
hij was regelmatig in Nederland geweest. Diverse Nederlanders vonden het heel interessant
om India te bezoeken, zo vertelt hij, maar het is natuurlijk een dure vliegreis. Dus
betaalt hij voor diverse Nederlanders de halve of zelfs de hele reis, zo legt hij als
vanzelfsprekend uit. Als wij nogmaals India wilden bezoeken, kan hij voor ons ook best
iets regelen. Jacques vraagt waarom hij zoiets zou doen - het lijkt een beetje de
omgekeerde wereld? Onze mensenrechten activist legt uit dat dit - afgezien van zijn warme
gevoelens voor Nederlanders - iets te maken heeft met bepaalde douanebepalingen. Als
Jacques nog meer details vraagt krijgt hij als antwoord dat het iets te maken heeft met
quota voor vervoer van juwelen of zo (?!), toeristen hebben hun eigen quota wat hij kan
gebruiken als zijn quotum op is. Of zo.
We hebben de indruk dat dit over juwelen kan gaan maar ook
over drugs of god mag weten wat. Dus lijkt het ons de hoogste tijd om te vertrekken. Ik
leg uit dat wij technische mensen zijn en dus - vergeleken met hem - geen ervaring hebben
in de handel. Ik hoop hem voldoende te vleien om te voorkomen dat we hem beledigen, maar
toch zeer duidelijk te zijn dat we niet van plan zijn onszelf in grote problemen te
brengen, noch bij de politie, noch bij hem. Onze gastheer, de aardige jongeman, is vanuit
het niets opeens weer terug in de kamer. Hij begeleidt ons naar de deur. Het is duidelijk
dat hij niet erg gelukkig is met zijn eigen gedrag. Wij hebben medelijden met hem, het is
moeilijk om uit zo'n situatie te breken.
Toevoeging nov. 2003, overgenomen van de reisadviezen site van Buitenlandse Zaken NL: 'Reizigers dienen op hun hoede te zijn voor oplichters (met name in Agra en Jaipur) die hen benaderen met het voorstel om juwelen uit te voeren naar het buitenland. De reizigers dienen vooraf een borgsom te storten voor deze juwelen: daar tegenover wordt een aanzienlijk financieel voordeel in het vooruitzicht gesteld. De juwelen in kwestie zijn echter in de praktijk waardeloos gebleken en men is de gestorte borgsom kwijt.'
Tijdens ons diner even later bespreken we de
gebeurtenissen van vandaag, en vooral van vanavond. Terugkijkend vallen alle stukjes
van de puzzel op hun plaats en voelen we ons wel een beetje dom. Nu begrijpen we waarom
ieder detail van ons reisplan zo belangrijk was. Het kwam natuurlijk erg goed uit dat we
nog een nachtje terug zouden komen naar Delhi. Ik begin me alsnog wat zorgen te maken, hoe
is het mogelijk dat we opeens in zoiets terecht zijn gekomen. Jacques maakt zich absoluut
geen zorgen en concludeert simpel dat hij gelijk heeft: je kan niemand in India vertrouwen
die jou uit zichzelf benadert.