Terug naar homepage virtual traveling Startpagina Myanmar

Yangon

Klik om te vergroten

Het is 6 uur in de ochtend als we door de buitenwijken van Yangon naar ons hotel rijden. In het fletse ochtendlicht biedt de stad een armoedige en rommelige indruk. Vervallen flatgebouwen, helemaal zwart uitgeslagen, hier en daar vuilnis, heel oude auto's, stoffige bomen. We voelen ons erg ontheemd na bijna 24 uur onderweg te zijn. De taxichauffeur spreekt geen Engels. We hopen dat hij ons naar het goede hotel brengt, want op het vliegveld hebben een man of tien zich over het papiertje met de naam van het hotel gebogen: Pho Sein hotel in Bahan. Onze pogingen de naam goed uit te spreken waren duidelijk mislukt en we hoopten maar dat iemand het Latijnse schrift kon lezen - Birmees heeft een eigen schrift met sierlijke lijnen en ronde symbooltjes, zo te zien meer geschikt voor een spelletje "zoek de verschillen" dan voor een alfabet, maar nu zou het wel handig geweest zijn als we de hotelnaam en het adres in het Birmees hadden gehad. Na uitgebreid overleg met zijn collega’s had de chauffeur er voldoende vertrouwen in en zo zijn we dan nu op weg.

Klik om te vergrotenHet is niet zo heel erg druk en de straten zijn redelijk wijd. Voor de stoplichten wordt meestal braaf gestopt. Diverse straatnaam borden zijn zowel in het Birmese schrift als in het voor ons in principe leesbare Latijnse schrift, maar veel straatnamen zijn zo lastig en lang dat het me vaak niet lukt de gehele straatnaam in het voorbij rijden te lezen, en als dat wel lukt vinden we hem niet op de overzichtskaart in de Lonely Planet, waar de piepkleine lettertjes toch al nauwelijks leesbaar zijn, zelfs al heb je goed licht en zit je niet in een schuddende taxi.

Na drie kwartier draaien we een krappe oprit op en staan we opeens keurig voor het Pho Sein hotel. We moeten nog leren ons niet zo druk te maken. In Myanmar - in tegenstelling tot diverse andere landen waar we gereisd hebben - komt alles doorgaans goed zonder dat je zelf hoeft in te grijpen, al is enig geduld vereist.

De lobby is krap van binnen. Hetzelfde geldt voor de lift en onze kamer. We hebben zelfs geen kast. Een bordje in onze kamer meldt dat die recent gerenoveerd is. Hm. Op het bordje na zie ik geen tekenen die daar op wijzen. Maar we hebben wel een waterkoker. Geen thee echter helaas. Vragen bij de lobby resulteert in behulpzaam gezoek, waarna men trots met twee zakjes oploskoffie komt aandragen. Jac is verstandig en slaapt al. Voordat ik zijn voorbeeld volg doe ik nog een poging om wat bagage uit te pakken, wat niet zoveel zin heeft omdat er vrijwel geen ruimte is om het neer te leggen.

Klik om te vergrotenIn het begin van de middag eten we wat in het "rooftop" restaurant, dat overigens wel in het gelukkige bezit blijkt te zijn van Lipton theezakjes. En Wifi! Ik stort me op de thee en Jac op de WhatsApp. De verbinding is echter erg traag en komt geheel tot stilstand bij het binnenhalen van de foto van de met meer dan 2000 lampjes verlichte boom van mijn vader (1KB per lampje trekt ie niet). Na een paar uur geslapen te hebben voelen we ons wat beter. Ik heb nog wat keelpijn - bij vertrek in Nederland had ik griep, koorts en agressieve keelpijn, maar eigenlijk voel ik me nu ondanks de jetlag een heel stuk beter dan gisteren. Het restaurant is op de zevende verdieping, vanwaar we rondom onbelemmerd uitzicht hebben over de hele stad. Het is zonnig, en zo van bovenaf ziet de stad er een stukje beter uit dan vanmorgen vroeg. Veel laagbouw en veel groen, zeker in deze buurt vlak bij Kandawgyi Lake ten noorden van het centrum. In de verte zien we de top van de gouden stupa van "Shwedagon Paya", de belangrijkste tempel van Yangon. Volgens een Zwitsers stel - wat overigens later geen stel bleek te zijn maar tamelijk los-vaste reisgenoten, beide zo te zien met veel reiservaring (Jac vraagt me enigszins geërgerd hoe ik dat kan zien - even nadenken: niet meer piepjong, makkelijke, niet geheel schone kleren, dito haar, relaxte houding, geen lang overleg bij het bestellen), samen met ons de enige gasten van het rooftop restaurant, is het niet ver van het hotel naar de Shwedagon. De sfeer en het licht bij zonsondergang moeten erg mooi zijn volgens de Lonely Planet dus een bezoek aan de Shwedagon staat vanmiddag op ons programma. Horend dat het niet zo ver is lijkt het me een goed idee om te voet te gaan, mijn favoriete manier om een nieuwe stad (en een nieuw land) te leren kennen.

Klik om te vergrotenMaar eerst moeten we geld wisselen. We hebben veel dollars bij ons, in allerlei coupures, op aanraden van de Lonely Planet. De vriendelijke vrouw bij de receptie tekent uit hoe we vlakbij het hotel geld kunnen wisselen. We hoeven alleen twee straten over te steken. Dat blijkt nog niet zo simpel, het is nu ongelofelijk druk op straat. Verder is het erg opletten, alhoewel het verkeer rechts rijdt zitten de meeste bestuurders ook rechts, oude Engelse auto's uit de 60-er jaren, voordat het militaire bewind besloot dat het maar eens over moest zijn met die Engelse koloniale erfenis van het links rijden. Dus als je denkt oogcontact te hebben met de bestuurder en verwacht dat hij/zij stopt kan je voor verrassingen komen te staan... Heelhuids aan de overkant gekomen zien we nergens wissel lokaaltjes. Gelukkig heeft de vrouw van de receptie ook een naam voor ons opgeschreven die we tussen alle Birmese tekens boven een winkeltje zien staan. Je kunt er etenswaren, fruit en blikjes drinken kopen en als we naar binnen stappen blijkt er van alles verkocht te worden (maar nee, geen Lipton thee...). Helemaal achterin is nog een apart kamertje met een tafel waaraan een vrouw zit die begrijpend knikt als we het over dollars hebben. Op een kladblokje worden berekeningen gemaakt, we krijgen in ruil voor onze 2 stuks 100 dollarbiljet een indrukwekkende stapel bankbiljetten waar 1000 de kleinste coupure blijkt te zijn en we proberen met ervaren blik de stapel na te tellen, wat enigszins mislukt als ik in de war raak tussen 2000 en 20000 Kyat biljetten.

Klik om te vergrotenLater blijkt dat speciaal voor ons bezoek de eerste buitenlandse geldautomaat in Yangon geïnstalleerd is. Of die werkt hebben we echter niet getest, we hadden al genoeg dollars. We zijn nog bezorgd over koersverschillen, maar dat blijkt erg mee te vallen, er zijn geen grote verschillen meer en ook is de koers van de Kyat redelijk stabiel. Wel is de koers in Yangon iets gunstiger dan in kleinere plaatsen en krijg je overal een wat gunstiger koers bij inwisselen van grote biljetten van 50 en 100 dollar in vergelijking tot kleinere coupures. Waarom kan niemand ons vertellen.

Langs een smalle, maar drukke weg lopen we naar het nabijgelegen Kandawgyi Lake. Dat valt nog tegen, het is nu we zo lopen erg warm en aan stoepen doen ze hier niet, behalve dan om op te parkeren. Allemaal auto's, een paar fietsen. Scooters, brommers en motors zijn verboden in Yangon. De Lonely Planet verspreidt de roddel dat dit besloten is door een hoge militair na een ongelukje met zo'n tweewielig gevaar op de weg. Kennelijk een voorstander van duidelijke en eenvoudige oplossingen. Ik heb het ook niet zo op die brommertjes, maar je vraagt je wel af hoe het hier moet als de vooruitgang echt toeslaat.

Klik om te vergroten Het meer is wijd maar helaas afgegrensd door een groot hek, aan de andere kant moet je entree betalen als je erin wil. Langs het meer is een riant trottoir en in de schaduw van mooie bomen lopen we een heel stuk relaxter. Aan de andere kant van het hek lopen joggers, mensen met een hond en families met kinderen en zien we een grote groep beelden van olifanten. We komen onze eerste monniken tegen, geheel in het dieprood. Verderop steken er twee over, deze zijn in het roze, kleuren leuk bij het rode stoplicht. "Kijk Jac, ze lopen op blote voeten!", zeg ik verbaasd. Jac vindt het niet zo raar dat iemand op blote voeten loopt. Ik wel, vooral op dit vieze asfalt.

Je moet wel opletten waar je loopt, want als we afslaan richting oostelijke ingang van de Shwedagon ben ik zo afgeleid door de omgeving dat ik vergeet te kijken waar ik loop en ga zo tegen de vlakte, even een hoge stoeprand gemist. Het valt mee, alleen kan ik mezelf niet goed opvangen omdat ik mijn grote fototoestel, dat om mijn hals hangt, moet beschermen. Jac moppert bezorgd. Alleen een stoeprand missen valt nog reuze mee blijkt later, je kunt ook zo in het riool verdwijnen. We zijn niet in Nederland, waar je de staat al kan aanklagen als je over een ongelijke stoeptegel struikelt.

Klik om te vergrotenDe straat die naar de oostelijke ingang van de Shwedagon leidt wordt steeds voller met mensen en kraampjes. Het is nog een heel eind lopen - bij navraag later bij het Zwitserse duo bleek "niet zo ver" gebased te zijn op vervoer per taxirit... Maar dat geeft niet, het is juist heel leuk om zo lopend in de drukte alles te beleven. We zien een mooie gouden tempel spiegelend in het water, nee, dat is niet de Shwedagon maar gewoon één van de vele tempels hier. Het leven speelt zich af op straat. Klik om te vergrotenJe kunt verse ananas kopen, allerlei onduidelijke vlees en groente wordt gegrild, een groepje jongens is met opgeschorte longhi (een lap die zowel mannen als vrouwen als een soort lange rok omwikkelen) aan het voetballen, mannen zijn houten beelden aan het maken, kinderen spelen een soort kaartspel, een man met slapend kind zit bij een kooitje overvol met mussen. Een paar kinderen komen op ons af met plastic zakjes, die moeten we kopen. Even later blijkt dat we aan het begin van de grote trappen naar de Shwedagon uitgekomen zijn en onze schoenen en sokken uitmoeten. Eén meisje is wat erg aanhoudend naar mijn zin, verder gaat alles in heel goede stemming. Er zijn hier niet veel toeristen. We lopen de overdekte trappen op. Overal zijn kraampjes, leuk om te fotograferen. Een bedevaartganger met grote stok bestijgt statig de trappen. Als we denken er te zijn blijken we een weg over te moeten steken, vol auto's. Ik heb geen zin mijn schoenen voor dat korte stuk weer aan te doen. Slippers zou nu handig zijn, alleen kan ik daar niet zo ver op lopen in de hitte, zeker niet op slecht wegdek. Dan weer verder omhoog. "Haha, zegt Jac, nu liep je zelf op blote voeten op vies asfalt op een drukke weg!". Ik leg uit dat dit heel iets anders is, even zo'n kleine oversteek. Jac vindt dat ik goed op weg ben met de inburgering.

Klik om te vergroten

Klik om te vergrotenBoven aangekomen zien we de grote gouden paya (ook wel zedi of stupa genoemd), omringd door kleine en grote op torentjes lijkende stupa's en veel beelden. Rondom lopen en zitten mensen. Sommige zijn aan het bidden, midden in de grote omloop zittend voor het beeld van hun keuze. Anderen zijn bezig om een beeld zorgzaam te overgieten met water, ritueel reinigen. We zien veel monniken, gekleed in rode, roze en grijze gewaden, hele Birmese families en ertussendoor toeristen, gelukkig ver in de minderheid. Het alom aanwezige bladgoud licht prachtig op in de laagstaande zon, die net wat sneller dan ik verwacht had wegduikt achter de horizon. Ondanks de drukte is het heel rustig hierboven, niet dat er gefluisterd wordt of zo, maar iedereen beweegt en praat kalm. Opvallend is dat iedereen mixt, het is niet zo dat er twee aparte groepen zijn: gelovigen en toeristen, de toeristen - misschien omdat het er nog niet zo veel zijn - worden deel van het geheel. Een hele fijne sfeer.

Klik om te vergrotenTerwijl we de grote trappen weer afdalen ontvouw ik de theorie dat mensen een stuk minder agressief zijn als ze op blote voeten lopen. Een idee voor voetbalwedstrijden! Jac heeft twijfels: de K1 vechtsport wordt ook op blote voeten beoefend en is toch niet opvallend minder agressief dan bv een bokswedstrijd. Maar dat zijn de vechters zelf, ik bedoel de bezoekers. Een aardig experiment toch?

Terug beneden op straat is er een kermis in volle gang. Het blijkt vandaag, 4 januari, Onafhankelijkheidsdag te zijn: op 4 januari 1948 werd Birma onafhankelijk van de Britten. Het is heel gezellig, overal kraampjes waar je wat te eten kunt krijgen, allerlei koopwaar, ballonnen en zelfs een reuzenrad, wat aangedreven wordt door een aantal jongens die op verschillende plaatsen erin klimmen en rondlopen. Een beetje link maar daar zit hier niemand mee.

We lopen weer terug naar het meer en eten wat in een ruim opgezet Chinees restaurant langs het meer. Er zijn veel Chinese restaurants in Yangon en zo te zien ook best veel mensen van Chinese afkomst. In de grote open zaal (het lijkt wel een kantine, maar hier is dat sjiek kennelijk) staan grote ronde tafels, bezet door uitgebreide families. Wij zijn de enige buitenlanders en ook de enigen die maar met twee personen zijn. Dan door naar ons hotel. De weg van het meer naar ons hotel is een stuk rustiger dan vanmiddag. Langs de weg staan overal schuttingen die bouwplaatsen afgrenzen. Het is een flinke puinhoop. Op de schuttingen zijn borden gehangen met de bouwplannen: moderne, hoge hotels. De entourage waar de hotels in geplaatst zijn op de tekeningen: mooie tuinen, gazons, heeft niets gemeen met hoe het er hier nu uitziet. We betwijfelen of het zo ook echt gaat worden, maar wel is duidelijk dat er hier veel gaat veranderen.

Klik om te vergrotenDe volgende morgen - ik zit vol energie, de griepbacillen hebben het loodje gelegd in deze tropische omstandigheden - nemen we een taxi naar het centrum en maken daar een wandeling. We stappen uit bij de Sule Paya, een grote, goud beklede stupa midden op een rotonde helemaal in het centrum van de stad. In Nederland leggen we een narcisveldje aan op een rotonde, dit is weer eens wat anders! De wegen zijn redelijk ruim opgezet en veel gebouwen dateren uit het koloniale tijdperk. Sommige gebouwen zijn erg vervallen, andere zijn decoratief begroeid met klimplanten. Ieder balkonnetje lijkt voorzien van een schotel. Overal op de stoepen staan kleine krukjes en tafeltjes, op ieder tafeltje staat een thermoskan met thee, die is gewoon gratis - al wordt er wel verondersteld dat je ook iets anders nuttigt. De stoepen van diverse straten zijn bezet door marktkramen en ook de voetgangerspaden boven een druk kruispunt staan helemaal vol met koopwaar. Lipton thee is echter nergens voorhanden, wel heeft men allerlei enge kruidenthee en zelfs oplosthee. Een paar kleine kopjes thee in een restaurant is veel te weinig voor mijn theeverslaving, dus we zoeken door en na veel heen en weer geloop in de hitte (we hebben nog steeds moeite met de straatnamen, vreemde namen en alles lijkt op elkaar) vinden we gelukkig de thee in een kleine supermarkt.

Klik om te vergrotenWe worden opvallend weinig lastiggevallen, alleen een paar ansichtkaarten verkoopsters houdt wat langer aan, maar als Jac zich er met een grapje van af maakt vinden ze het ook best. Er zijn vandaag ook nog festiviteiten aan de gang i.v.m. Bevrijdingsdag, voetbalwedstrijden gewoon op straat, men speelt op blote voeten, de familie zit op de stoep toe te kijken. Elders zijn wedstrijden voor kinderen, iets wat ze kennelijk nog niet zo gewend zijn want de regels moeten wel erg lang uitgelegd worden en zelfs dan doen een paar kinderen het nog fout. Een paar vrouwen zijn aan het badmintonnen, midden op een markt, er is absoluut geen plaats voor, passanten moeten wegduiken, de shuttle wordt tussen allerlei koopwaar weggeplukt maar niemand wordt boos.

Klik om te vergrotenHet wordt steeds warmer en we hebben zin in een verfrissend drankje op een terrasje, maar wel in de schaduw en ik vind het ook niet zo fijn om op de stoep op een krukje op uitlaatgassenhoogte te gaan zitten. Dat soort terrasjes, die je in Nederland overal vindt (maar het sneeuwt momenteel in Nederland dus daar heb je er ook weer niet zo veel aan), zijn hier schaars. We krijgen het idee om een kijkje te nemen bij het meer waar we gisteren gegeten hebben en zo waar, we vinden een ideaal terrasje met een vrije tafel met schaduw van diverse bomen vlak naast het meer, waar we lekker koud Tiger bier drinken (nee Jac, ze hebben geen Belgische tripel!). We hebben uitzicht op de koningsboot, een enorme nagebouwde tweekoppige boot waar een restaurant in gevestigd is. Van beton, maar geheel goudkleurig beschilderd natuurlijk. Verderop prijkt het gouden topje van de Shwedagon. Zodra de zon gaat zakken ga ik met het fototoestel in de aanslag klaar staan voor de mooie belichting, de stupa met ter decoratie een paar strategisch geplaatste palmbomen weerspiegelen in het meer.

Klik om te vergroten

Klik om te vergrotenTe voet gaan we terug naar ons hotel. Eerst maken we nog wat stijlvolle foto's van onszelf bij de ingang van de koningsboot. Ze schijnen er volgens de reizigerservaringen op internet slecht eten en een goede show te hebben, maar het restaurant wordt beheerd door de regering en we besteden liever ons geld bij privaat beheerde restaurants. Vlak bij ons hotel zit een Indiaas restaurant, ons aangeraden door de vrouw van het Zwitserse gelegenheidsstel dat ook in ons hotel verblijft. We komen haar daar dan ook prompt tegen, in weer een nieuwe gelegenheidsconfiguratie. In dit restaurant eten zakenlui en toeristen. Het restaurant is gehuisvest in een mooi oud gebouw, erg sjiek en erg goed, prima service (de service is in Myanmar eerder tè goed, van mij hoeven ze niet achter mijn stoel te blijven staan) maar relatief wel duur. Ik eet een goede curry, Jac ziet blij dat ze ook westers eten hebben en bestelt een steak! Die blijkt prima te zijn (en is achteraf gezien ook de beste van de hele vakantie), Jac helemaal gelukkig, vanmiddag heeft hij bij weer een Chinees restaurant al frietjes gegeten (met stokjes!) dus het kan niet op. Ja, hou er rekening mee: in heel Myanmar is geen McDonalds te bekennen (nu nog niet tenminste, het is januari 2013), geen onbelangrijk detail voor een friet liefhebber!

Klik om te vergroten

Klik om te vergroten Klik om te vergrotenDe laatste dag bekijken we een tweetal nabijgelegen tempels, één met een enorme liggende Boeddha (zie de foto waar ik naast het - zeg maar - hoofdeinde sta) en een met een dito zittende Boeddha. In de tempel met de liggende Boeddha kan je de voetzolen bewonderen met de 108 tekenen van de Boeddha. Ik koop een foldertje met de 108 tekenen uitgelegd (eens checken bij Jacs' voetzolen) en raak in gesprek met de zeer vriendelijke monnik die de folders verkoopt zonder enige sales activiteit te ondernemen, heel apart. Zijn Engels is heel redelijk en hij antwoordt op mijn vragen over het leven als monnik. Best wel Spartaans, niet veel afleiding zo te horen, ze mogen niet eens sporten. Maar hij is heel tevreden met zijn leven. Het is best nog druk rondom de Boeddha, hele families zitten op tapijten wat te eten.Jac trekt inmiddels bijna net zo veel aandacht als de Boeddha.

 

Klik om te vergroten

Aan de andere kant van de hoofdweg ligt de tempel met de grote zittende boeddha. Ik maak een fotografeer ronde. Er zijn allemaal leuke details: een grote spiegel, enorme klokken, schilderijen met helse taferelen, oorkondes van schenkingen aan de tempel. Ik maak ook een paar foto’s van tempel bezoekers: een kind-monnik dat op de dikke buik van een grappig beeld klopt, een oudere vrouw die met gekruiste benen voor een beeld zit, onderwijl een sigaar rokend.

Klik om te vergrotenBij gebrek aan nieuwe bewonderaarsters is Jac op een stoel leunend tegen de muur in slaap gesukkeld. Zo lang ben ik toch niet aan het fotograferen geweest? Hij heeft nog een beetje last van jetlag (al erkent hij dat niet). Ik heb doorgaans alleen veel last als ik weer naar huis ga.

We eten nog wat in ons rooftop restaurant en nemen afscheid van de Shwedagon, die er weer mooi bijligt in de ondergaande zon, en van het mannelijke deel van het Zwitserse gelegenheidsduo, die er minder mooi bijligt na het innemen van een overdosis Tiger bier.

Klik om te vergrotenEen taxi brengt ons naar het busstation waar we de nachtbus naar Mawlamyine zullen nemen. Het is maar goed dat we onkarakteristiek (voor mij dan, Jac is altijd keurig op tijd) veel tijd genomen hebben, want het verkeer zit vast. Op het terrein van het busstation zelf is het helemaal een ongekende chaos. Er staan wel 100 bussen en het lijkt alsof ze allemaal tegelijk van het terrein af willen, waarbij ze zich totaal klemrijden. Niemand kan meer een kant op, al proberen allerlei overladen fietsen, auto's boordevol mensen en bagage, een enkel stiekem brommertje en vele mensen te voet met kinderen en zakken, manden en koffers, dat wel. Het eerste wat wij zouden doen is hier eenrichtingsverkeer instellen en vervolgens aparte routes voor bussen, vervoermiddelen en voetgangers. Toegegeven, het gaat zo ook alleen duurt het een heel stuk langer.

Meereizen naar Mawlamyine >>>