Terug naar homepage virtual traveling Startpagina Myanmar

Mawlamyine

Klik om te vergroten

We hebben geen idee of we in de goede bus beland zijn, maar de bus ziet er redelijk uit dus dat is alvast iets. Alleen jammer van de doorlopend zingende gebedsmonnik op de TV. Die zetten ze zo wel uit dachten wij. Niet dus. Er zitten enkele andere toeristen in de bus, verder locals. We stoppen twee keer onderweg voor een toiletpauze, er zit geen wc in de bus. De stops zijn bij kleine eetgelegenheden, waar ze allerlei warm eten serveren, maar geen broodjes. Er zijn wel voorverpakte etenswaren, maar dat zijn koekjes of cake met jam. Chips hebben ze wel, gelukkig ben ik gek op chips dus dat komt goed uit. Iets drinken durf ik niet, met een beetje pech moet ik dan ieder half uur naar de wc.

Klik om te vergrotenWe hebben geen idee waar we zijn, veel borden zien we niet onderweg en als we een plaatsnaam kunnen lezen vinden we hem niet op de kaart. Maar we moeten al een eind op weg zijn als we na 6 uur rijden - het is maar 225 kilometer naar Mawlamyine vanaf Yangon en de weg is niet zo slecht - een uur ergens blijven wachten. Later blijkt dat voor de grote brug vlak voor Mawlamyine te zijn, ik lees in de Lonely Planet dat die alleen bij daglicht open is. Zo lang hoeven we niet te wachten gelukkig, het wordt pas om 6 uur licht. De brug voert over de grote rivier (Thanlwin river) waar Mawlamyine aan ligt, gescheiden door een smalle strook water en het eiland Bilugyon van de zee.

Klik om te vergrotenIn Mawlamyine aangekomen regelen we een motortaxi, de laadbak achterin biedt meer dan genoeg ruimte voor ons tweeën en onze rugzakken en verspreide losse bagage die we nu al hebben weten te verzamelen. Het is wel fris zo in de open bak om 5 uur 's ochtends. Het Attran hotel wat ons reisbureau "Khiritravel" voor ons geboekt heeft ligt aan het water. Iedereen is in diepe rust, ook de portier bij de ingang van het terrein. De bemanning van de receptie ligt achter de balie te slapen. Het duurt even voordat we naar binnen kunnen. Onze kamer is nog bezet, we moeten tot een uur of 9 wachten. We installeren ons op een paar niet erg makkelijke stoelen. Één van de mannen achter de receptie gaat weer slapen op zijn matrasje achter de balie. De andere blijft wakker. Wij gaan wat lezen op onze e-readers (ideaal voor op vakantie), slapen in deze stoelen lukt niet. In de bus hebben we ook al niet veel geslapen, ik een beetje, Jac vrijwel niet. Last van de krappe stoeltjes en van de zingende monnik, die toen de band eindelijk afgelopen was verruild werd voor een spelshow waarin twee niet erg slimme politieagenten gesprekken voeren met een vrouw die zich telkens als een andere Amerikaanse diva verkleedt (Marilyn Monroe, Greta Garbo, je krijgt vast al een idee...). Op zich voldoende slaapwekkend, daar lag het niet aan.

Klik om te vergrotenOm 7 uur kunnen we ontbijten - we hoeven niet eens te betalen uit coulance omdat we zolang hadden moeten wachten (niet dat het hotel daar iets aan kon doen, heel gastvrij). Na het ontbijt kunnen we in onze kamer terecht. De kamers liggen in aparte bungalows, ruim opgezet, uitzicht op zee tussen andere bungalows door, hoge kamers, redelijke badkamer en zowaar uitgebreide kastruimte! Na wat uitpakken gaan we eerst nog maar even slapen. 's Middags lopen we over "strand road", langs het water naar het centrum van Mawlamyine en vandaar over kleine weggetjes naar de heuvelrug waar alle tempels op liggen. Het is heel rustig op straat, het is dan ook bloedheet. We moeten vlakbij twee paya's zijn, maar we zien zo geen torentjes of koepels tussen de bomen. Klik om te vergrotenAan de overkant van de straat lopen ons twee toeristen tegemoet, een jong stelletje. Ze zijn net bij een mooie tempel geweest en ze wijzen ons hoe te lopen, maar ze hebben geen idee hoe de Paya heet. Ik wil graag naar Mahamuni Paya, die is volgens de Lonely Planet met gemak de mooiste van binnen. Het stelletje heeft duidelijk niets op met reisgidsen en vindt de ene tempel net zo interessant als de andere. Het is helaas te warm midden in de zon op straat voor een discussie over wat een tempel interessant maakt, dus ik laat het er maar bij en we lopen in de aangewezen richting. Weer een lading trappen verder zien we een tempel met tot Jacs' blijdschap een grote lift, zodat hij net de mooiste trappen mist waar je geflankeerd door devoot buigende beelden steeds weidser uitzicht krijgt over de zee. Dit blijkt Kyaikthanlan Paya te zijn, ook een goud beklede stupa waar je om heen kunt wandelen met overal veel kleine bouwsels en beelden, net als de Shwedagon in Yangon, maar dan heel veel kleiner. Leuk hier zijn de trappen aan weerskanten van de tempel. De ene loopt naar we aannemen naar Mahamuni Paya, de andere voert langs vervallen, maar zeer fotogenieke kleine paya's. Ik neem de tijd om rond te kijken en te fotograferen, wel een beetje smokkelend op de vieze trappen met het verbod op schoenen. Bij een klooster staat een rijtje afgebladderde beelden op een muurtje rondom de verwaarloosde tuin - "Nats", geesten, een aantal werd zo hardnekkig vereerd dat ze gewoon opgenomen zijn in het boeddhisme. In de rook van een paar vuurtjes verder naar beneden zien ze er gepast mysterieus uit.

Klik om te vergroten Klik om te vergroten

De zon is inmiddels al aardig gezakt. Kyaikthanlan Paya blijkt een mooie uitzichtplaats te zijn om de zonsondergang te bewonderen, een groeiend aantal toeristen verzamelt zich op de trappen met uitzicht op zee. Wij gaan erbij zitten. Mahamuni Paya zal moeten wachten.

Klik om te vergroten

Klik om te vergroten De volgende ochtend is het heel veel drukker op Strand Road dan gistermiddag. De locals staan in een lange rij - motortaxi's vol mensen, manden met van allerlei en grote balen groente - te wachten totdat ze de pont naar het eiland Bilugyon op kunnen. Men maakt grappen onderling en vindt het leuk als ik wat plaatjes schiet. De pont is net gearriveerd en men is aan het uitladen over de loopbrug. Vrijwel iedereen is te voet met veelal de bagage op het hoofd, een paar zijn op overbelaste fietsen, een enkeling op de motor - dat mag hier wel weer! Tegenover de loopbrug begint de markt. Heel kleurrijk met mooie uitstallingen fruit en groente. Ook hier vindt iedereen het leuk als ik foto's maak, allemaal lachende gezichten.

We willen naar Nwa-la-Bo, een tempel zo'n vijfentwintig kilometer ten noordwesten van Mawlamyine. Volgens de Lonely Planet lijkt Nwa-la-Bo wat op de Gouden Rots - waar we in het vervolg van de reis heengaan, ook miraculeus balancerende rotsen maar met maar liefst twee rotsen en bovenop een kleine stupa. We vragen een motortaxi hoeveel het kost als hij ons daarheen brengt, naar boven en dan weer terug. Naar boven mag niet, zo begrijpen we uiteindelijk van hem, hij spreekt wel een beetje Engels maar is moeilijk te verstaan. Dat moet ter plekke geregeld worden. Hij kan ons alleen heen brengen en dat is zo duur dat we het niet zien zitten. Maar we kunnen met een lokale bus wijst hij ons behulpzaam, en rekent vervolgens een niet onaanzienlijk bedrag om ons naar de opstapplaats vlakbij te brengen. Klik om te vergrotenMaar goed, de bus is heel goedkoop en heel gezellig, boordevol locals waarvan de kinderen ons met grote ogen aanstaren. Niet alleen de kinderen trouwens, sommige volwassenen hebben kennelijk ook nog nooit toeristen van zo dichtbij gezien. We glimlachen vriendelijk en zwaaien naar de kinderen, waarvan enkele het toch wel een beetje erg eng vinden, die grote witte mensen (zelfs ik hoor met mijn 1 meter 61 bij de groteren in dit land!). De bus zit vol en staat in de zon, maar gelukkig hoeven we niet lang te wachten. Het is een half uurtje rijden en dan worden we bij de ingang van het complex afgeleverd. Het is vrijwel uitgestorven bij de ingang, er zouden trucks naar boven moeten gaan maar het is midden op de dag (het zal ook niet...) en ook nog door de week, terwijl pelgrims vooral in het weekend in het begin van de ochtend naar boven gaan. Gelukkig treffen we een ouder stel Canadezen die met privéchauffeur reizen. De chauffeur heeft al een truck geregeld, alleen de prijs is enorm. De chauffeur legt uit dat de truck anders met veel meer mensen naar boven gaat, vandaar. Ik reken uit dat er wel heel erg veel mensen mee moeten voordat we uitkomen op de lage prijs die in de Lonely Planet staat (bij ons bezoek aan de Gouden Rots zullen we ontdekken dat er nog véél meer mensen in de achterbak van een truck passen dan ik berekend heb...). Maar als we gratis mee terug kunnen rijden met het stel naar Mawlamyine vinden we de prijs nog net wel gaan. De privéchauffeur ziet het niet zitten, de auto is voor twee passagiers betoogt hij. Maar de Canadese man zegt dat hij het wel zal regelen. Vooruit dan maar.

Klik om te vergrotenDe rit naar boven is spectaculair. Wij zitten heen in de laadbak, terug is het de beurt aan de Canadezen. Heel leuk om in de laadbak te zitten, wijd uitzicht op de jungle en helemaal in de verte de zee. Overal langs het pad staan kleine tempeltjes. Je moet je wel goed vasthouden, want het zandpad zit vol diepe kuilen en er zijn veel scherpe bochten, steeds voorafgegaan door flink getoeter. Niet overbodig, want halverwege de helling komen we neus aan neus te staan met een volgeladen truck die met een flink tempo naar beneden komt. Onze truck manoeuvreert naar achteren, het is smal en steil, bij neiging tot tobben of hoogtevrees kan je beter niet in zo'n truck stappen.

Nwa-la-Bo ligt op 600 meter hoogte, niet hoog maar het omliggende gebied is laag dus we hebben ver uitzicht. Het is wel een beetje heiig zo midden op de dag. We zijn de enige bezoekers momenteel, verder is er een monnik zingend aan het bidden en zijn er werklieden aan de gang om een groot nieuw plateau aan te leggen van waaraf je de tempel kan bewonderen. De tempel is wat kleiner dan ik verwacht had en de sfeer zo midden op de dag met de zingende monnik die overstemd wordt door hamerende werklui niet erg mystiek, maar over de precaire stapeling van de stenen hier hoog op de heuvel is geen woord te veel gezegd! Hoe ze de kleine pagode er nog bovenop hebben weten te plaatsen is mij een raadsel. Het geheel is natuurlijk met bladgoud bekleed. We poseren leunend tegen de onderste steen, als we terug zijn in het hotel zie ik wat bladgoud zitten op de arm van Jac.

Na rustigaan rond gekeken te hebben rijden we weer - minder rustig - met de truck naar beneden. De Canadees gaat in conclaaf met zijn chauffeur, die niet van plan is ons mee te nemen. Ik ga ondertussen even naar de wc, inmiddels kan ik de tekens die toilet betekenen herkennen. De toiletten zijn - op die in de hotels en betere restaurants na - doorgaans van het "mikplee" type, met een bak water ernaast en een plastic beker, waar je water mee kan scheppen om jezelf schoon te maken (Birmezen gebruiken water, geen papier) en om door te spoelen. Ik verbeeld me de bacteriën op de beker te kunnen zien lopen, maar moet het ding toch wel gebruiken om het papiertje weg te spoelen - wc-papier hebben we meegenomen uit Nederland, het is alleen oppassen dat ik geen spoor verstopte toiletten achter me laat...

Klik om te vergrotenOndertussen heeft de Canadees een experiment voorgesteld aan de chauffeur, die als laatste argument nog heeft dat hij bang is dat de onderkant van zijn auto de grond raakt bij het rijden door kuilen. Het experiment houdt in dat de chauffeur eerst zijn auto veilig naar het redelijke asfalt van de hoofdweg rijdt en dan beoordeelt als we allemaal ingestapt zijn of de auto te ver doorzakt. Dit is wel een beetje een truc, want we weten inmiddels alle vier dat Birmezen veel te beleefd zijn om mensen uit de auto te zetten. De chauffeur stelt ons niet teleur. Nu zijn we ook niet bijzonder zwaar met ons vieren en de chauffeur is wel een beetje gerustgesteld nu hij ziet dat de auto niet erg veel lager komt, al rijdt hij het eerste stuk wel voorzichtig.

We wisselen ervaringen uit met de Canadezen. Hun bevalt het reizen met eigen auto met chauffeur erg goed, ze vinden het ook leuk om op plaatsen te komen waar verder geen toeristen zijn. Wij vinden het voordeel van openbaar vervoer dat je meer het dagelijks leven meemaakt en het is ook leuk om dingen zelf te regelen. Verder is reizen met het openbaar vervoer heel veel goedkoper. De Canadezen hebben duidelijk meer geld dan wij, ze zitten ook in een duurder hotel. In Mawlamyine worden we keurig voor de ingang van ons hotel afgezet, we bedanken de Canadezen en de opgeluchte chauffeur hartelijk.

Klik om te vergroten

Het terras van ons hotel ligt er mooi bij in de ondergaande zon. Helaas is het terras na invallen van de duisternis nauwelijks verlicht weten we inmiddels. Als dan ook nog blijkt dat de enige fles rode wijn die het hotel rijk is gereserveerd is door vooruitziende mede-hotelgasten, wijken we uit naar de ruime tuin van het hotel om de hoek. We hebben uitzicht op de boulevard, waar stelletjes in het rode licht van de ondergaande zon de meeuwen aan het voeren zijn. De zon zakt nu heel snel, we zitten niet zo heel ver boven de evenaar en nog voor 7 uur is het pikdonker. Het eten is prima - weer een goede steak voor Jac! - en we genieten van de Franse wijn. Een mooie avond.

Klik om te vergrotenDe volgende dag ontbijten we op het terras van ons hotel met uitzicht op de zee en op de grote brug. Aan strand doet men hier niet, er is een vuil strookje zand maar dat is alleen interessant voor een strandjutter, die vanuit de verte langzaam dichterbij komt, een grote zak over zijn schouder. Ik kijk op de plattegrond van Mawlamyine in de Lonely Planet om de beste route naar de Mahamuni tempel te bepalen - nee, ik ben hem nog niet vergeten alhoewel ik de naam telkens moet nakijken (en eerlijk gezegd is dat niet de enige Birmese naam die ik steeds moet nakijken). Het is nog niet zo heel duidelijk wat de makkelijkste weg is, vooral niet hoe we de heuvel op moeten. Ik gok op de andere kant van de heuvel dan de kant waar we eergisteren waren en dat blijkt niet zo'n gelukkige gok, al zien we nu wel weer een ander deel van Mawlamyine, waaronder een aantal moskeeën. Dus we vragen het regelmatig onderweg, maar niemand verstaat Engels en onze uitspraak van "Mahamuni" schijnt niet goed te zijn, want zelfs de monniken die we onderweg vragen weten niet wat we bedoelen. Birmese woorden schijnen ook nog op de juiste toonhoogte uitgesproken te moeten worden, verhoogde moeilijkheidsgraad! Uiteindelijk wijst een jonge vrouw die wat Engels spreekt ons de weg naar een lange, overdekte, enigszins in verval geraakte trap die de heuvel op voert.

Klik om te vergroten

Klik om te vergrotenHalverwege de heuvel komt er weer een twijfelmoment. Trappen voeren in verschillende richtingen. We stuiten op een stel dreigend blaffende honden, terwijl de meeste honden hier heel rustig zijn. Een monnik wijst ons dat we een andere trap moeten hebben en loopt voor de zekerheid met ons mee. Opeens staan we aan een zijingang van de Mahamuni, die van buiten niet bijzonder is, maar van binnen des te meer. Een enorm goudbekleed Boeddhabeeld gedecoreerd met edelstenen kijkt minzaam op ons en nog een aantal - Birmese - bezoekers neer. In de buitengang die rondom de hoge zaal met de zittende Boeddha loopt, wacht de monnik. Hij wijst ons op de schilderijen, die hoog in de gang hangen. Op de schilderijen, zo poogt hij ons duidelijk te maken - tenminste, dat denk ik op te maken - is afgebeeld hoe één van de pagodes over de rivier getransporteerd wordt en vervolgens naar boven de heuvel op gebracht wordt. De heuvel is zeer begroeid en de rivier is erg dichtbij op de schilderijen, dat kan niet kloppen. Klik om te vergroten We lopen naar buiten om te kijken of we ergens de rivier of de zee zien. En zowaar, er is een uitzichtpunt naast de tempel vanwaar je een schitterend uitzicht op de meanderde rivier hebt. De rivier is inderdaad verrassend dichtbij. We lopen nog even naar binnen om te checken of de buitenkant van de tempel hetzelfde is als op de schilderijen en dat is het geval. Weer buiten zoeken we naar een toerist die even een foto van ons kan nemen, poserend bij het muurtje op het mooie uitzichtpunt. Er zijn bijna geen toeristen, alleen een paar oudere Engelsen. Ik vraag de man of hij even een foto wil nemen. "I'm too lazy" zegt ie! Nou is het best warm, maar zó warm nu ook weer niet! Dat wordt nog een vermoeiende dag voor hem. Mijn oog valt op een nieuw slachtoffer, een Birmese man die de raamkozijnen van de tempel aan het bijschilderen is. Jac heeft wat twijfels, misschien heeft de man nog nooit een fototoestel in zijn handen gehad (komt ook in Nederland nog sporadisch voor hoor, ik trof er laatst een) en dan zo'n zware spiegelreflex. Toch gevraagd en de man was natuurlijk van goede wil (je zal niet snel een Birmees treffen die zich excuseert met een nonchalant "I'm too lazy") zodra hij begreep wat er moest gebeuren. En zoals je aan de foto kan zien is de man een natuurtalent!

Klik om te vergrotenWe lopen verder over de trappen op de heuvelrug in de richting van de tempel waar we eergisten waren. Een aantal Engelse vrouwen zit geknield op de trap in totale adoratie voor een stel heel jonge puppy’s. Ze zijn ze aan het voeren, de vrouwelijke gids komt aan met nog meer rijst om te voeren. Er ontstaat discussie tussen de vrouwen of zoveel eten ineens wel goed is voor net geboren hondjes. Het debat loopt hoog op, maar aangezien de voer-voorstanders gewoon doorgaan met voeren heeft het weinig zin. Ik vertel ze over het mooie uitzicht vlakbij. Even heb ik alle aandacht, tot men begrijpt dat ik het niet over een nieuwe voorraad uitgehongerde puppy’s heb.

Klik om te vergrotenOver de etende puppy’s heenstappend lopen we verder de trappen op. Gelukkig hebben we onze schoenen nog aan, dat kost ons wel een paar punten in ons volgende leven maar nu is het wel handig want er ligt overal hondenstront. We komen uit bij Kyaikthanlan Paya, de tempel waar we eergisteren waren (ik moest de naam weer opzoeken, eerlijk gezegd). Het is er rustig, zo midden op de dag. Ik maak nog wat foto's van de stupa die verblindend goud oplicht in de felle zon. Aan de andere kant van de stupa lopen we verder over de trappen waar ik eergisteren "Nats" gefotografeerd heb. Het licht is nu te fel, ze zien er meer vervallen dan mysterieus uit. De trappen lopen naar beneden en komen op de rondweg uit die wat lager over de heuvel loopt. We volgen de weg even en zien al snel de volgende stupa's opduiken, twee naast elkaar met een groot basin ertussen, waar nog maar een klein beetje water in zit. In de schaduw van een hoge boom naast de stupa's zie ik weer puppy's, piepjong, leuk aan het spelen. Toch maar even fotograferen als afwisseling van alle stupa's.

Klik om te vergrotenNu we eenmaal zo'n eind op weg zijn willen we ook de hele heuvel "doen", al is het inmiddels wel erg warm. We komen bij een uitzichtpunt waar diverse Birmezen tussen de bosjes aan het picknicken zijn, vooral stelletjes die samen op een scooter komen, de vrouw natuurlijk netjes achterop. De meeste mannen hebben overigens ook longhi's aan, nog helemaal niet zo handig zo'n lange rok op de scooter, sommige zijn overgelopen naar de spijkerbroek, maar het is een minderheid. Vanaf dit uitzichtpunt kunnen we vrijwel het hele deel van Mawlamyine aan de zeekant van de heuvel overzien, heel in de verte rechts zien we de grote brug. We proberen de "beer garden" te spotten, die moet aan de zuidkant aan Strand road liggen. Koud bier klinkt goed momenteel! De eerste avond hebben we een poging gedaan om er heen te lopen, behalve koud bier hebben ze volgens de Lonely Planet ook heel redelijke barbecue, maar toen we een half uur gelopen hadden over een steeds donkerder wordende Strand road hebben we het opgegeven en zijn in een - overigens ook erg donker - Chinees restaurant gaan eten waar ze lauw bier hadden.

Klik om te vergrotenVoordat we richting beer garden gaan bezoeken we nog een stupa, ja, voor vandaag echt de laatste hoor Jac! Een uitermate vriendelijke monnik biedt ons een kop thee aan, geen koud bier maar wel erg welkom nu. We zitten even rustig samen, hij kan geen Engels en wij kunnen net goedendag zeggen in het Birmees en zijn daar al heel trots op. Na de liggende Boeddha vastgelegd te hebben lopen we naar beneden op jacht naar bier. Het is een stuk verder naar zee dan we dachten.

Eindelijk op Strand Road aangekomen lopen we in Zuidelijke richting. Na 10 minuten nog geen Beer Garten te zien. Er is hier ook bijna niemand meer op straat, geen wonder in deze hitte. We geven de beer garden op en lopen terug in noordelijke richting, richting hotel. En, zoals dat wel vaker gaat, net voorbij het punt waar we op de Strand Road uitkwamen zien we een bordje: Beer Garden! Maar, zoals dat ook wel vaker gaat, viel het beloofde land tegen, er zitten alleen buitenlanders (terwijl er maar weinig toeristen in Mawlamyine zijn), het bier is niet zo ijskoud als gedroomd en de bediening ongeïnteresseerd, zoals we hier in Myanmar nog niet eerder tegen gekomen zijn. De invloed van een prominente vermelding in de LP (en van toeristen überhaupt) is niet altijd positief!

Doorreizen naar de Gouden rots >>>