Terug naar homepage virtual traveling Startpagina Myanmar

Gouden rots

Klik om te vergroten

Het is ongeveer vier uur rijden met de dagbus naar Khyaktiyo, halverwege de terugweg naar Yangon. De dagbus is een totaal andere ervaring dan de nachtbus die we heen hadden. Klik om te vergrotenPunt 1 kunnen we natuurlijk nu buiten wat zien, het dagelijkse leven krioelt om de bus heen, leuk om te zien. Punt 2 zitten er veel locals in de bus en maar één ander toeristenstel (Denen), punt 3 is de bus een stukje langzamer en punt 4 zijn de stoeltjes allerbelabberdst en heel krap. Het is kortom wat reisbureaus een prachtige kans noemen om lokale sfeer op te snuiven. Dat moet je overigens niet al te letterlijk doen tijdens de toilet stops... Omdat ik vaker dan enig ander mens moet plassen, heb ik een zevende instinkt voor het lokaliseren van wc's. Dit instinkt laat me echter in de steek in Myanmar, het duurt even voordat ik het heb bijgeprogrammeerd. Wc's zijn hier doorgaans niet in het restaurant waar de bus voor stopt, maar ernaast of erachter, bereikbaar via één van de obscure gangetjes die zich tussen de diverse gebouwen bevinden. Het is opletten dat je niet bij de mannen verzeild raakt, vooral omdat de deur lang niet altijd op slot kan en het erg lastig is om gehurkt de deur dicht te blijven trekken... In Nederland ren ik regelmatig het mannentoilet binnen en hier in Myanmar gebeurt het ondanks beter opletten nog vaker dat ik door gebarende mannen de goede kant op gedirigeerd moet worden. Allemaal onderdeel van de local experience zullen we maar zeggen!

Klik om te vergrotenWe komen door veel kleine dorpjes, er zijn hier vrijwel geen grotere plaatsen. Na drie-en-een-half uur stopt de bus bij een kruispunt waar helemaal niets is. De buschauffeur gebaart naar de Denen en ons dat we uit moeten stappen. Enigszins twijfelend om ons heen kijkend doen we dat, geen Gouden Rots te bekennen. Even later stopt er een bus achter ons, we moeten overstappen. Deze bus is in nog slechtere staat, niet zo erg want het duurt niet lang meer totdat we in de verte een eerste glimp van de Gouden Rots opvangen. In Kinpun aangekomen reserveren we plaatsen in de bus die morgenochtend om half 10 naar Yangon gaat. Vervolgens lopen we, na even vragen, naar de plaats waar de vrachtwagens vertrekken die omhoog rijden naar de Gouden Rots. Klik om te vergrotenWe worden al snel benaderd door een local met de vraag - na een blik op onze bagage - of we een drager nodig hebben. Dat hebben we, maar we hebben wel twijfels of deze tengere man dat kan. “No problem”, glimlacht hij naar ons, als we onze zorgen wijzend naar onze twee zware rugzakken trachten uit te leggen. Na enig onderhandelen over de prijs wijst onze drager ons de truck waar we op moeten stappen. Vanaf waar we staan zien we geen ruimte meer op die truck, maar we lopen er toch braaf heen. De truck is vergelijkbaar met de truck die ons naar de Nwa-la-bo pagode bij Mawlamyine bracht. Met als verschil dat we toen met z'n tweeën achterop zaten en nu met z'n vijfenveertigen... Jac perst zich tussen een paar vriendelijk gebarende Birmezen. Ik weet op het bankje erachter nog een plaatsje te creëren. De bankjes zijn heel smal en de tussenruimte is te klein voor Jac om recht te zitten - het heeft best voordelen om wat kleiner te zijn. Het tarief is vast, dus kan je als slimme truck bestuurder beter zo weinig mogelijk toeristen meenemen want die nemen de helft meer plaats in dan Birmezen. Of je propt gewoon nog wat meer!

Klik om te vergroten

De rit is nogal spectaculair, een zandpad vol gaten, veel bochten en steil naar boven afgewisseld met korte stukken scherp naar beneden. Het heeft wel wat van een ritje in een achtbaan, maar dan zonder veiligheidsstang, we kunnen ons alleen aan elkaar vasthouden... We rijden midden door het oerwoud, het is veel woester dan het van beneden leek. De chauffeur rijdt keihard, met veel getoeter bij bochten. Een stuk is eenrichtingverkeer, afwisselend mogen er alleen trucks bergopwaarts of bergafwaarts. Niet uit veiligheidsoverwegingen vermoed ik maar omdat je anders met zoveel trucks op een weggetje wat net breed genoeg is voor één truck hopeloos vast komt te zitten.

Klik om te vergrotenDe Gouden Rots ligt op 1100 meter. De laatste paar honderd meter hoogteverschil moet te voet, een echte bedevaart. Zoals gewoonlijk als wij aan klim expedities beginnen is het op het heetst van de dag. Een bonte stoet van monniken, Birmese toeristen, bedevaartgangers en toeristen zet koers naar boven. De kronkelende bergweg wordt geflankeerd door kraampjes en stalletjes waar je water en eten kunt kopen. Onze drager (hij herkent ons gelukkig…) laadt, leunend op een muurtje, onze beide rugzakken en één van de kleine rugzakjes in een grote korf op zijn rug. Voorzichtig staat hij op. Hij loopt met kleine passen en als het steil wordt zigzagt hij over de weg, zoals een zeilboot tegen de wind in laveert. Wij voelen ons een beetje beschaamd, hij is maar net wat groter dan ik en wij hoeven alleen één klein rugzakje en mijn fototas (die nog best zwaar is trouwens) te dragen. Maar na een half uurtje lopen in de hitte blijkt dat al erg veel. Jac is helemaal doorweekt van het zweet, ik neem het rugzakje maar van hem over voor de zekerheid, tenslotte loopt hij al tegen de 70. Voor toeristen die niet kunnen of willen lopen zijn draagstoelen beschikbaar, je wordt dan door vier dragers omhoog gedragen. Onderweg krijgt Jac diverse malen de kans om in zo'n stoel te stappen - erg grappig om te zien hoe de blikken zich verheugd focussen op Jac’s bezwete body als we een bocht omkomen - maar de kosten gecombineerd met de gêne als echte koloniaal omhoog gedragen te worden, doen hem toch besluiten zelf te lopen. We stoppen heel vaak en doen er meer dan twee uur over, maar we komen boven!

Klik om te vergroten

Klik om te vergrotenWe overnachten in Mountain Top hotel, inderdaad op de top en direct naast de ingang van het Gouden Rots complex. Onze drager zit relaxt naast onze bagage op ons te wachten, geen zweetdruppel te zien. Het is een stuk frisser hierboven als je uit de zon staat. We nemen bij aankomst allereerst een welverdiend biertje op het terras. Daarna brengen we eerst even onze bagage naar onze kamer voordat we naar de Gouden Rots gaan. Helaas voor Jac blijkt dat onze kamer op de vijfde verdieping is, letterlijk verdieping, we moeten vijf trappen af (geen lift, de trap is buiten, langs grote rotsblokken waar het hotel op en half in gebouwd is) en daarna dezelfde trappen dus ook weer op...

Klik om te vergrotenDe Gouden Rots balanceert net zo spectaculair als beloofd boven de diepte en is inderdaad helemaal bedekt met bladgoud. Aan de kant waar je bij kan zijn gelovige mannen en een enkele geïnteresseerde toerist bezig met nieuwe lagen bladgoud aan te brengen op de rots - alleen mannen mogen dit doen, vrouwen moeten een paar meter afstand houden, om de Gouden Rots niet uit evenwicht te brengen grap ik. De Gouden Rots is heel groot, veel groter dan de Nwa-la-bo pagode. De sfeer is een bijzondere combinatie van feest en religie, ingetogenheid en kermis. Er zijn heel veel mensen, ook een bijzondere combinatie, monniken, gewone Birmezen en toeristen. Maar net als in Yangon bij de Shwedagon blijven het geen aparte groepen maar wordt het één geheel. Iedereen maakt foto's, monniken zijn elkaar met iPads aan het fotograferen met de Gouden rots op de achtergrond, toeristen fotograferen de Gouden Rots en de monniken, gewone Birmezen zijn aan het picknicken en bekijken de toeristen, beelden van Nats worden zorgzaam met water overgoten - ritueel reinigen, er wordt wierook gebrand, hardop gebeden en de wind laat de vele klokjes klingelen. Bij zonsondergang maakt iedereen foto's. De verlichting gaat aan, de Gouden Rots lijkt licht te geven, de kraampjes en de bomen langs de ingang zitten vol kerstverlichting in de wildste kleuren, tv's flikkeren blauwachtig. Het wordt fris, ik doe een jasje aan. Een raar idee dat we het nog geen twee uur geleden bloedheet hadden!

Klik om te vergroten

Klik om te vergrotenWe eten in ons hotel, lekker met een wijntje erbij. Door het raam zien we de Gouden Rots. We praten over het Boeddhisme zoals we dat hier meemaken: heel tolerant, iedereen mag meedoen (pas een paar jaar na terugkomst begrijpen we dat deze tolerantie zich niet uitstrekt tot minderheden die niet willen meedoen, maar daarvan merken we op deze reis niets, behalve dat er geen toegang is tot gebieden in het oosten en westen van Myanmar). Qua decoratie mag ook alles meedoen: eeuwenoude beelden worden probleemloos gecombineerd met nieuwe schilderijen, totale kits beelden, kerstversiering met lampjes, flikkerende neonlampen en zelfs tv schermen. Na het eten gaan we de trappen buiten weer omlaag, grappig. We gaan snel slapen, het was een vermoeiende dag. Op de hotelkamer is ook verder niets te doen, er zijn geen stopcontacten en er liggen kaarsen, maar het licht doet het gelukkig wel. Van slapen komt echter niet veel, ik krijg last van diarree en als ik eindelijk slaap schrik ik midden in de nacht op van enorm kabaal, wat geen disco blijkt te zijn maar zingend biddende monniken, live of op tv... Het is drie uur 's nachts notabene! Het geluid draagt ver het dal in.

Klik om te vergrotenVoor zessen ben ik dus al klaarwakker - niet bepaald kenmerkend voor mij. Ik poog wat foto's van de opkomende zon boven het oerwoud te maken en van ons rotshotel, maar dat lukt niet zo goed. Eén verdieping onder ons zijn de kamers van de hotelmedewerkers. Een man staat zich te scheren, de badkamer is half in de openlucht. Het is nog koud trouwens, in mijn dikke trui gaat het net. We vertrekken vroeg, Jac is bang dat de terugweg ook tegenvalt, misschien moeten we nog wachten op de truck en we willen de bus naar Yangon niet missen, want dan missen we ook de nachtbus naar Bagan. Ik heb een pil tegen de diarree genomen, vanmorgen heb ik niet meer zoveel last gelukkig, nu maar hopen dat het goed blijft gaan want diarree en busreizen combineert niet zo goed...

Klik om te vergrotenOnze drager staat al paraat. Het eerste deel van de weg waar hij ons langs voert is anders dan gisteren. Tot mijn verbazing zie ik dat hier gewone bussen rijden. Ik probeer onze drager te vragen hoe dat nu zit en hij legt uit dat die bussen niet voor de toeristen zijn. Jac denkt hier zo het zijne van, voor zover hij tijd heeft om te denken, want heuvel afwaarts willen we toch echt proberen onze drager bij te houden. Echt lukken doet dat niet, wij lopen wel makkelijker naar beneden dan naar boven maar dat geldt voor onze drager ook. En natuurlijk moet ik ook nog foto's maken. Bij de trucks aangekomen geeft Jac hem het afgesproken bedrag en een flinke fooi, die heeft hij wel verdiend!

Terug in Kinpun wachten we op onze bus, waar onze plaatsen dubbel geboekt blijken te zijn. We maken ons al en beetje ongerust maar alles wordt opgelost, een jong stel Franse toeristen moet voor ons plaatsmaken, zij kunnen wel op de kleine klapstoeltjes in het gangpad zitten vindt de chauffeur. Ze protesteren niet, al zitten ze er erg ongelukkig. Gelukkig hoeven ze niet helemaal naar Yangon zoals wij, maar stappen onderweg in Bago uit, een voormalige hoofdstad waar ook veel interessante pagodes te zien zijn, maar die niet meer in ons reisschema past ondanks dat we vier weken hebben.

In Yangon lopen we wat rond bij het busstation, waar het nog steeds een chaos is, alhoewel marginaal overzichtelijker omdat het nu dag is. In een klein tentje willen we iets eten, wat tot lichte paniek leidt bij de vrouw die bedient, ze roept de hulp in van de buren om te tolken. Ik eet wat rijst, een beetje soep - onmisbaar onderdeel van een Birmese maaltijd - en wat kip, heel voorzichtig uit angst voor de diarree. Bij het vallen van de avond gaan we op zoek naar onze bus, nog niet zo'n makkelijke opgave, want overal staan bussen en de opschriften in Birmees schrift helpen niet veel. Behulpzame omstanders wijzen ons de balie waar we ons moeten melden. De wachtruimte staat bomvol bagage en overal zitten en staan mensen te wachten. Ik heb een toilet ontdekt en bezoek dat nog maar eens voor de zekerheid. Onze bus is gelukkig redelijk op tijd en ziet er vanbinnen keurig uit met goede stoelen. Halverwege de avond vertrekken we voor de twaalf uur durende tocht naar Bagan, de tempelvallei.

Reis je mee naar Bagan? >>>