Terug naar homepage virtual traveling Startpagina Myanmar

Mandalay

Klik om te vergroten

Klik om te vergrotenOm zes uur zitten we in de boot op de Ayeyarwady rivier, nog aangemeerd bij Bagan. Het is weer flink koud, we zitten wel binnen maar zoals te doen gebruikelijk staat de deur wagenwijd open. 's Ochtendsvroeg loopt iedereen hier zielig kleumend rond met jassen aan en mutsen op, maar wel op slippers. Ons hotel hier in Bagan had alleen een restaurant op de binnenplaats, romantisch tussen de laaggetakte bomen (oppassen voor je hoofd als je langer bent dan de gemiddelde Birmees!) met gekleurde lampjes, maar 's avonds wat fris. Voor ons was een vestje dan voldoende, de bediening liep met jassen, mutsen en zelfs handschoenen, maar wel op slippers. Waarschijnlijk hebben de meesten niet eens dichte schoenen.

Klik om te vergrotenHet is niet druk op de boot, we zijn maar met een man of vijftien op een boot waar zeker 100 personen op kunnen. Vlak nadat we vertrokken zijn komt de zon op. De Ayeyarwady is heel breed, we zien niet veel meer dan water en zand en hier en daar een vissersbootje of iets wat nog het meest op een baggerboot lijkt. Op enkele half overstroomde vlaktes naast het water staan grote groepen kraanvogels. Ik heb mijn telelens nodig om foto's te maken, het is bepaald niet druk aan de kant maar zo af en toe staan er wat huisjes en zijn er mensen bij de rivier. Alles wordt in de rivier gewassen: kleren, de mensen zelf, motorfietsen, ossen.

De boottocht duurt tien uur. Als we in de buurt van Mandalay komen zien we steeds vaker een gouden tempeltopje in de verte opglanzen. Vlak voor we bij Mandalay zijn, varen we langs Sagaing, schuin tegenover Mandalay, gescheiden door de rivier. Twee grote bruggen verbinden Mandalay met Sagaing. Sagaing is tegen een heuvel gebouwd en er staan vele stupa's, onderling verbonden door een heel netwerk van overdekte trappen. Er zijn ook veel bomen, een zeer fotogeniek geheel! Ten zuiden van Mandalay ligt nog een voormalige hoofdstad, Inwa, aan dezelfde kant van de rivier maar gescheiden van Mandalay door een zijarm van de Ayeyarwady. De drie steden hadden wisselende heersers die elkaar doorgaans vijandig gezind waren.

Klik om te vergroten

Klik om te vergrotenDe schuin lopende kade is kilometerslang en grote stukken zijn kleurrijk bedekt met drogend wasgoed. Erachter staat een rij bomen. Van de rivier af zou je niet zeggen dat je langs een zeer drukke stad vaart. Ik had verwacht dat we in een haven zouden aanmeren, maar we leggen aan te midden van het wasgoed! Taxichauffeurs staan al te zwaaien en roepen aan de kant, nogal veel chauffeurs voor 15 personen... Na even balanceren met onze bagage op een heel smalle loopplank gaan we in overleg met een kluitje chauffeurs, voorzien van een keur aan vervoersmiddelen: simpele fietsen met een kussentje op de bagagedrager, riksja's, brommers met bakjes erop geconstrueerd, een enkele auto en een klein busje. Eén van de fietsers is zeer aanhoudend, maar wij zijn niet meer in voor een balanceer act! Uiteindelijk komen we tot overeenstemming met een brommer met bakje chauffeur, alhoewel de constructie niet erg betrouwbaar oogt. De chauffeur zet er ter compensatie een flink tempo in, we moeten ons goed vasthouden terwijl hij met onverantwoord tempo door het verkeer heen manoeuvreert. Het is enorm druk in de stad, alles toetert en krioelt door elkaar en omdat de straten smaller zijn dan in Yangon lijkt het zelfs drukker dan daar. Wij zitten in het noordwestelijke deel van de stad, ten westen van het grote ommuurde terrein "Mandalay Palace Fort" dat in het noorden van de stad ligt.

Klik om te vergrotenOns hotel, "Emerald Land Inn", ligt aan een kleine, niet erg nette, straat, maar ziet er redelijk uit. Onze kamer echter "begint wat mankementen te vertonen". Als je alle gebreken op een klachtenformulier zou schrijven zou je aan een A4 niet genoeg hebben... Vieze plekken op de vloer, poltergeist lampen, dito fan, grote vlekken op het plafond, waarschijnlijk lekkage, heel donker. In de badkamer hangen losse elektriciteitsdraden waarvan je alleen maar kan hopen dat er geen spanning op staat, de wc trekt niet goed door en het douchegordijn heeft betere tijden gekend. We zitten hier vier nachten, dus vragen we toch maar even bij de receptie - die trouwens alleraardigst ingericht is met grote bossen bloemen en diverse Boeddhabeelden - of ze geen andere kamer hebben. Men is allervriendelijkst en zowaar, ze hebben nog een kamer in een ander gebouw, veel nieuwer, ziet er acceptabel uit en nu hebben we zelfs een koelkastje.

Klik om te vergrotenEr is een klein zwembad op de binnenplaats, omgeven door hoge bomen en hogere gebouwen waardoor de zon ruim voor het eind van de middag al weg is. Het is warm, maar uit de zon en met wat wind is het even fris als je uit het water komt. Toch wel lekker om even op te frissen na de lange dag. We eten in het restaurant van het hotel, het ziet er wat officieel uit, maar het is helemaal niet duur, het eten is prima, de Myanmar wijn gaat ook wel en de bediening is heel goed. Grappig detail is dat het achterste deel van het vierkante restaurant is ingericht als kantoor, in het midden staat een bureau waar de chef zit, vol in het zicht dus van de gasten, zo kan hij alles goed in de gaten houden! We eten er gemakshalve iedere avond en het enige minpunt is dat het Jac niet lukt om patat friet te bestellen. Klik om te vergroten De eerste avond bestelt hij "French fried potato” en krijgt versgebakken chips, die ik overigens als chips-addict erg lekker vindt. De tweede avond bestelt hij "Fried potato chips". Jac’s teleurstelling is groot als na een uur wachten een bordje met - wederom - chips verschijnt, nu wat dikkere plakjes.

De eerste dag gaan we te voet richting "Mandalay Palace Fort". De smalle straat is iets minder druk dan gisteren, Klik om te vergrotenmaar het is toch goed opletten waar je loopt. Kleine winkeltjes wisselen af met smoezelige gebouwtjes, niet ver van ons hotel is een autokerkhof annex garage, het gehele terrein volgestapeld met autowrakken, geen plekje is onbenut, zelfs het dak van de garage ligt vol met autobanden. We steken een weg over waar een soort beekje langs loopt, overal ligt afval. Naast het bruggetje is vlak naast het vuilnis een zitje met kleine plastic krukjes, een man verkoopt drankjes. Aan de overkant van het weggetje ligt een school, er staan veel moeders voor het hek voor het kleine schoolplein te wachten, de kinderen zijn zo te horen in aantocht.

Klik om te vergrotenHet is erg warm en we zijn blij als "Mandalay Palace Fort" in zicht komt. Nu nog even eromheen lopen, want aan de andere kant liggen een paar interessante tempels. Mijn "even" wil wel eens gelijkenis vertonen met het Brabants kwartiertje. Ik had me verkeken op de grootte van "Mandalay Palace Fort". Het beslaat een vierkant van 2 1/2 km per zijde, dat is nog best een eind lopen! Het terrein is omringd door een wijde gracht, op regelmatige afstanden staan wachttorens. "Mandalay Palace Fort" is deels militair en deels een museum. We zijn er niet in geweest omdat van de vier toegangspoorten maar 1 toegankelijk is voor buitenlanders, de zuidelijke en wij lopen langs de noordelijke. Er loopt een mooi breed voetpad langs de gracht met veel schaduw van lage bomen, sommige heel oud. Ondanks de schaduw is het erg warm. Ik denk dat we aan het einde zijn, maar nee hoor, dat is de brug halverwege! Eindelijk aan het eind aangekomen bezoeken we Kyauktawgyi Paya, heel mooi van binnen, een Boeddhistische tempel die een beetje Hindoeïstisch aandoet, met mozaïeken gemaakt van veel spiegeltjes. Het Boeddhabeeld is van solide marmer, imponerend en heel mooi. Ook heel zwaar: 900 ton!

We hebben op een paar plaatsen uitzicht op Mandalay Hill, vanaf hier voeren trappen omhoog. Maar dat is nu even te veel, we lopen door naar Shwenandawkyaung Paya, een geheel teakhouten tempel, vol prachtig houtsnijwerk. Heel bijzonder.

Klik om te vergroten

Klik om te vergroten Klik om te vergrotenDe volgende dag bezoeken we per taxi de beide voormalige hoofdsteden: Sagaing en Inwa. In Sagaing gaan we alleen naar de belangrijkste tempel, ik vraag de taxichauffeur om mij onderaan de trap neer te zetten omdat ik graag naar boven wil lopen, ik vind die trapjes reuzeleuk. Ik zou makkelijk een paar dagen rond kunnen dwalen hier in Sagaing, maar Jac deelt mijn enthousiasme voor trapjes niet bepaald en ik wil ook graag Inwa zien. Boven aangekomen bij Soon U Ponya Shin Paya moeten natuurlijk de schoenen uit. De tempel is wel aardig, maar met name het uitzicht op alle trapjes en andere tempels en natuurlijk de rivier is fantastisch. Er zijn veel toeristen, maar ook veel Birmezen, weer een leuke mix.
 

Klik om te vergrotenWe rijden terug over de brug richting Mandalay en slaan dan af naar het zuiden. De taxi zet ons af bij de kleine bootjes die de oversteek naar Inwa verzorgen. Het is een korte oversteek in het smalle bootje, wel erg warm. Inwa heeft niets van een hoofdstad, het is een landelijk gebied met veel kleine tempeltjes, de meeste erg vervallen. Er zijn alleen zandpaden, vervoer gaat per paarden- of ossenkar. Vlak naast de aanlegplaats van het bootje is een verzamelplaats van paardenkarren, om toestanden te voorkomen heeft men een standaardtarief afgesproken - op een bord wordt vermeld wat het tarief is en welke plaatsen bezichtigd worden - en wordt ook geregeld wie aan de beurt is voor een vrachtje.

Klik om te vergrotenDaar zitten we dus weer op een paardenkar, onze driver zet er flink de sokken in, we moeten ons goed vasthouden met alle kuilen. Tot we opeens een klap horen, een groot deel van het rubber wat aan de buitenkant van het wiel zit is eraf gebroken. We staan vlak bij de Inwa variant van de toren van Pisa, een kleine toren, erg vervallen en inderdaad helemaal scheef. De driver springt van de kar en loopt terug om stukken wiel te verzamelen. Daarna rijden we een klein eind door (krrrrrrrrr bam krrrrrrrrrr bam) naar een plaatsje met een smid, waar het wiel snel gerepareerd wordt.

Klik om te vergrotenWe bezoeken ook hier een teakhouten tempel, heel oud en tamelijk vervallen. De teakhouten tempel gisteren was mooier qua afwerking van het houtsnijwerk, maar deze voelt heel oud aan, veel sfeer, dikke teakhouten pilaren torenen hoog boven ons hoofd, donker van binnen, het licht sijpelt door roosters helemaal bovenin en door de deuren. Achterin is een klasje voor kinderen, ook in monnikendracht, de wereldbol die in de LP vermeld wordt hangt er nog.

Tenslotte bezoeken we Maha Aungmye Bonzan, een groot klooster daterend van begin 19de eeuw, met erachter enkele stupa's en uitzicht op Sagaing en de bruggen. Een jonge vrouw die kettingen tracht te verkopen is - nadat duidelijk werd dat onze interesse in kettingen minimaal is - onze 'self-appointed guide'. Ze doet erg haar best met het Engels en alhoewel we meestal niet zo gediend zijn van ongevraagde hulp, is ze te aardig om af te kappen. Ze laat ons van alles zien, tot onze driver komt kijken waar we blijven. Het wordt tijd voor een volgend vrachtje! We geven de vrouw een fooi en volgen de driver braaf - hij krijgt geen fooi want het is niet de eerste keer dat hij erg ongeduldig werd.

Klik om te vergroten

Het bootje terug naar Mandalay wordt bevolkt door een paar vrouwen met grote manden met groente en kruiden, Klik om te vergrotennog een stel toeristen, een man met zijn mooi opgeschilderde vechthaan aan een draadje en een man met motor met achterop zijn vader. Kennelijk Klik om te vergrotenkan pa niet lopen want hij blijft zitten als de motor over een smalle loopplank de boot op gereden wordt, een echte balanceer act! Onze taxichauffeur wordt wakker als we aan komen lopen. Het is nog wat vroeg voor de sunset locatie (ja Jac, natuurlijk is de sunset weer inclusief!) dus toont hij ons eerst nog een tempel. Het is één van de vele tempels die niet toeristisch zijn. De tempel heeft zowel een grote liggende als een grote zittende Boeddha. Verder is er nog een tempelruimte met heel veel beelden, zeker een stuk of vijftig, zeer geschikt om verstoppertje te spelen. Als we in het schuin invallende licht helemaal alleen tussen de vele beelden doorlopen, bedenk ik dat het ook een aardige locatie is om een horrorfilm op te nemen, de psychopaat heeft zich vermomd als één van de beelden en komt opeens tot leven als je er naast staat.

Klik om te vergroten

Klik om te vergroten Klik om te vergrotenGeen van de beelden komt tot leven gelukkig en we rijden de korte afstand naar U Bein's Bridge, een (bijna) geheel teakhouten brug. Op lange teakhouten pilaren boven Taungthaman lake, zonder leuningen, is de brug niet geschikt als je hoogtevrees hebt. Ervan uitgaand dat de constructie sterker moet zijn dan hij oogt lopen we de brug op. Jac blijft halverwege op een bankje in een uitbouw zitten, ik loop de hele brug over op zoek naar foto opportunity’s. Die zijn er volop: de laagstaande zon projecteert schaduwen van de brug op hoge poten (het is het droge seizoen), monniken in gekleurde dracht, groepen eenden, vissers staand in het ondiepe water, toeristen verzameld in kleine bootjes om de brug + sunset te fotograferen, kleine kinderen die plezier hebben, tempels in de verte. Een mooie ervaring!

Klik om te vergroten

Klik om te vergroten Klik om te vergrotenDe laatste dag hebben we nog tijd voordat we in het begin van de avond met de nachtbus richting Kalaw vertrekken. We willen graag de Maha Muni bezoeken en regelen bij ons hotel een taxi. Die brengt ons eerst naar de "gold pounders" straat, dat is heel dichtbij. De workshops waar men goud bewerkt maken vooral bladgoud. Bladgoud maken is een lang proces van plakjes goud uitsnijden, tussen bamboe papiertjes stapelen en uren hameren. Heel zwaar werk, dat hameren in de hitte. We bekijken een man die volop aan het hameren is. Hij stopt even, toont de hamer aan ons en zegt: "3 kilo". Wij knikken begrijpend. Ik geef hem mijn fototoestel aan. Daar begrijpt hij even niets van totdat hij voelt hoe zwaar het is, grijnzend zegt hij: "3 kilo"! Toegegeven, het scheelt wel dat ik er doorgaans niet mee hoef te hameren.

We kijken nog even binnen, in een heel warm hokje zitten vrouwen de blaadjes goud in vormen te snijden en te verpakken. In het winkeltje kopen we voor mijn vader een teakhouten olifant, beschilderd en met bladgouden elementen versierd.

Klik om te vergrotenDe nabijgelegen Maha Muni Paya moet een zeer goede klant van de gold pounders zijn, het enorme Boeddhabeeld is in de afgelopen eeuw bedekt met zeker 15 centimeter dik bladgoud! Een man of tien is momenteel bezig met het aanbrengen van nog weer nieuwe lagen. De Boeddha mag van geluk spreken dat alleen mannen het goud aan mogen brengen - waarom is niet geheel duidelijk, schijnt niet door Boeddha zelf voorgeschreven te zijn - anders zou ie nog zeker drie keer zo dik zijn! Alleen zijn gezicht is niet bedekt met extra bladgoud, het is wel van goud en heel glad zodat het opvallend licht fel weerkaatst wordt. Voor de Boeddha zit, in vakken tussen touwen, een groot aantal mensen. Klik om te vergroten Ik mag van de bewaker ook in het voorste vak gaan zitten tussen Birmese vrouwen, men is heel tolerant zolang je je aan de basisregels houdt: schoenen op tijd uit (op sokken mag ook niet, je moet echt op blote voeten) en als vrouw niet al te dicht bij de Boeddha komen. Diverse vrouwen hebben offergaven bij zich: mooie bloemen (o.a. gladiolen), allerlei eten. Ik maak wat foto's van de Boeddha, dat is zo mijn eigen manier van vereren!

Terug bij het hotel duiken we lekker het zwembad in. Even afkoelen voordat we ons in de chaos van het busstation moeten begeven voor ons vertrek naar het bergdorp Kalaw!

Doorreizen naar Kalaw >>>