Firenze & Siena
Vanaf onze camping is het circa 40 kilometer rijden naar Siena, een mooie tocht over kleine weggetjes met uitzicht over het Toscaanse landschap, wat net zo mooi glooiend is vol druiven en olijven als de reisgids ons beloofd heeft. Fotograferen blijkt echter een moeilijke zaak, heel vroeg in de ochtend is het licht nog goed maar daarna wordt het heel heiig. Ik ben dus een paar keer vroeg opgestaan om wat foto's te maken, bevreemd aangestaard door plaatselijke wijnboeren die zich afvroegen wat ik 's ochtends vroeg midden in hun wijngaard aan het doen was. Rare toeristen.
Bij
Siena aangekomen parkeren we buiten de stad op één van de grote
parkeerterreinen, het parkeren is hier gratis en we hebben geen zin in de drukte
terecht te komen. Gelukkig voor ons is Siena een kleine stad met een compacte
kern. Maar om in die compacte kern te komen moeten we een heel eind lopen, bergopwaarts.
Tenminste, dat nemen we aan. We beklimmen ladingen trappen en komen bij een
weg waar we geen idee meer hebben hoe we moeten lopen. Gelukkig komen er twee
schoolmeisjes aangelopen die mijn zeer beperkte Italiaans voldoende begrijpen
om ons de weg naar het centrum te wijzen. We lopen een piepklein kronkelweggetje
omhoog, tussen twee flatgebouwen door en komen dan bij de hoofdweg naar het
centrum. In de verte ligt één van de stadspoorten.
Siena
is een vriendelijk plaatsje vol steile kleine weggetjes geplaveid met kinderkopjes,
pleintjes met een beeld in het midden omringd door statige gebouwen, onverwacht
mooie doorkijkjes. Het plein in het centrum, 'Piazza del Campo', is enorm groot.
Het plein is net niet helemaal vlak, loopt naar de randen toe iets omhoog, wat
gecombineerd met de schelpachtige vorm een heel speciaal effect geeft. Het plein
is omringd
met
prachtige, rustieke gebouwen waarvan de gevel met de rondte van het plein meebuigt.
Als je naar boven kijkt, alleen naar de gebouwen, zodat je geen toeristen ziet,
is het niet moeilijk je in de 17e eeuw te wanen. Morgen is het 16 augustus.
Op 16 augustus houdt men hier de beroemde 'Palio delle Contrade', de wilde paardenrace
rondom het plein. Rondom het plein heeft men tribunes neergezet, hele ouderwetse
met houten zitjes, hier en daar liggen al kussentjes klaar.
De
buitenrand van het plein is bestrooid met zand. Alle toeristen lopen langs de
rand, door het zand. Het midden van het plein is vrijwel leeg, de witte stenen
liggen al uren midden in de zon te bakken. Op de tribunes die in de schaduw
liggen zitten Italianen luid gebarend met elkaar te praten. Wij zijn op een
terrasje neergestreken, maar onder de grote parasols blijft de hitte hangen
en het terrasje is ook niet echt goedkoop
Van
het plein lopen we door kleine straatjes naar de op een heuvel in het centrum
gelegen Duomo. De Duomo van Siena is onverwacht groot en steekt met zijn wit/zwart
geblokte toren prachtig af tegen de blauwe lucht. De voorkant van de Duomo is
vol met beelden, grote groepen toeristen raken niet uitgefotografeerd. Van de
Duomo lopen we via een door mij plaatselijk geïmproviseerde route naar
de San Domenico kerk, waarvandaan je volgens de gids een mooi uitzicht op Siena
hebt. Uitzichten zijn voor mij onweerstaanbaar, dus we moeten weer even klimmen.
Jac moppert iets over mensen die altijd de moeilijkste weg kiezen en dan liefst
eerst helemaal naar beneden en dan het hele eind weer steil naar boven op het
heetst van de dag - geen andere toerist te zien klaagt hij. Boven aangekomen
zijn er wel wat toeristen, die kennelijk een handiger route gevolgd hebben.
Het uitzicht is inderdaad heel mooi, de Duomo steekt indrukwekkend uit omringd
door massa's kleine rode dakjes, even verderop zien we de Torre del Mangia,
die op het Piazza del Campo staat. Op een heel rustig terrasje genieten we van
het uitzicht. Ik voel me helemaal thuis in Siena.
Als
we opstaan om naar de auto terug te lopen - nog een heel eind, zien we dat van
de andere kant donkere luchten komen oprukken. Het is ook wel heel drukkend
warm, een beetje afkoeling kan geen kwaad. De donkere lucht ziet er echter dreigend
uit en beloofd meer dan een beetje afkoeling. We lopen snel richting auto, vinden
gelukkig direct de weg terug, achtervolgd door dikke regendruppels. Wonder boven
wonder gaat het niet direct hard regenen. Jac is gelukkig inmiddels wel zo wijs
om pas in de auto de beroemde woorden 'Het zet niet door' te spreken, zodat
we de hele terugweg in de stromende regen afgelegd hebben. Op de camping had
het zowaar helemaal niet geregend. De voorbereidingen voor het karaoke festival
van die avond zijn in volle gang. We gaan lekker eten in een restaurantje een
paar kilometer verderop, een terras zomaar midden in de bergen, fantastisch
romantisch. Geen karaoke te horen, alleen een rustig Italiaans muziekje.
De
volgende dag bezoeken we Florence. Een ieder die in één dag Florence
wil doen kan ik bij deze vertellen dat dit een hopeloze onderneming is. Florence
heeft vele prachtige pleinen, boordevol beeldhouwwerk en fonteinen, talloze
musea waartussen het moeilijk kiezen is omdat ieder museum wel iets zeer bijzonders
in de collectie heeft en mooie wijken vol kleine straatjes, waar je eindeloos
rond kan dwalen. De rivier de Arno loopt door de stad, wat de aantrekkelijkheid
van de stad nog verhoogd. Florence is veel groter dan Siena en heeft een minder
gemoedelijke sfeer, er lopen nog meer toeristen rond maar toch voel ik me in
Florence op m'n gemak, de stad spreekt me meteen aan. Jac en ik denken nog eens
terug aan Nairobi, wat een verschil met hoe we ons hier voelen. We bezoeken
het 'Piazza della Signoria', bijgenaamd het 'beeldenplein', zo vol met beelden
en toeristen dat je niet weet waar je moet kijken, we gaan naast de fontein
zitten en laten het geheel op ons inwerken.
Als
je van het plein naar de Duomo loopt, kan je je niet voorstellen waar ze zo'n
groot gebouw verstopt hebben. Maar dan opeens is ie er toch, de Duomo. Een enorm
gebouw getooid met een grote rode koepel, ingeklemd tussen omringende oude gebouwen
en het mooie 'Batisterio'. Ik weet niet goed wat ik moet denken van deze Duomo.
Hij heeft wel wat, dat is zeker. Maar de voorkant is een beetje te veel, te
suikergoed-achtig. En de zijkant doet me denken aan de gebouwen die ik uit kleine
roze, witte en grijze steentjes nabouwde vroeger van een tekening. Aan twee
kanten van de Duomo staan enorme rijen, merkwaardig gekromd om in de schaduw
te
blijven, eentje voor de ingang en eentje voor de koepel. Ik wil graag naar binnen
maar deze drukte is me nu te veel, we gaan eerst maar eens lunchen op een gezellig
pleintje even verderop, volgens onze Lonely Planet heel geschikt om wat te eten,
niet zo duur en de kwaliteit is prima. En inderdaad, we vinden een klein terrasje
met een vrij tafeltje waar we pizza eten vergezeld van een zalige Chianti. Het
leven is goed.
Gesterkt
door het eten (en de Chianti) lopen we terug naar de Duomo en gaan in de rij
staan. De rij valt reuze mee, in tien minuten zijn we binnen. Het is prachtig
binnen, vol en licht, de koepel is enorm. Weer buiten (puf!) lopen we via het
beeldenplein (snel nog wat fotootjes, de Neptunus fontein ligt nu in de zon)
naar de Ponte Vecchio, de enige oude brug over de Arno die gespaard gebleven
is in de Tweede Wereldoorlog. Je merkt nauwelijks dat je op een brug loopt,
zo vol is het met mensen en bovendien is de brug aan weerskanten uitgebreid
met woningen, van opzij een grappig gezicht. Aan de overkant zetten we koers
naar het 'Piazzale Michelangelo', een hooggelegen plein waarvan je prachtig
uitzicht moet hebben over Florence volgens onze LP. Uitzichten zijn voor mij
onweerstaanbaar zoals je inmiddels gemerkt hebt (en Jac ook), dus daar sjokken
we weer in de bloedhitte door een authentiek stukje Florence waar geen enkele
andere toerist te bekennen is (klaagt Jac). Lange trappen omhoog en dan is het
wel echt erg warm,
maar
het uitzicht is nog mooier dan verwacht, Florence beschenen door de inmiddels
laagstaande rode zon, de slingerende Arno met de 'Ponte Vecchio', de Duomo in
de verte en dichterbij de 'Torre d'Arnolfo' op het beeldenplein. Ik heb er zelfs
de prijs van de 'granita' voor over die we bij één van de vele
terrasjes bestellen - we moeten wel, want anders halen we het niet meer terug
naar de auto, die staat zeker een half uur lopen stroomafwaarts langs de Arno.
Naar Florence wil ik graag nog een keer terug, maar niet in augustus!
De terugweg doen we heel kalmpjes aan en onderweg eten
we nog iets, toch kunnen we niet vermijden dat we een stukje accordeonist meemaken,
ik zal het jullie verder besparen
Terug naar Virtual Traveling home