Chitwan, pagina 3 van 3
Het was nu erg heet geworden in de jungle en tijd om terug te gaan. De gidsen namen een andere route, die dwars door enkele kleine stroompjes voerde. Het water was niet zo diep zeiden de gidsen en zij konden ons wel even op hun rug naar de overkant dragen. Wij hadden stevige wandelschoenen aan, terwijl de gidsen op blote voeten in slippertjes rondbanjerden! Zij liever dan ik, want er waren nogal wat bloedzuigers die zich op mysterieuze wijze telkens weer aan mijn broek en sokken wisten te hechten - Jacques kreeg er eentje op z'n enkel, een gids verwijderde het beest en Jacques had er gelukkig vrijwel geen last van.
Het eerste stroompje ging redelijk goed.Het tweede bood wat tegenstand: het was wat dieper dan
de gids dacht en Jac werd steeds zwaarder... Dus moest de arme Jac verder lopen met totaal
doorweekte schoenen. Hij durfde niet te stoppen om het water uit z'n schoenen te gieten,
dus het duurde even voordat hij niet meer liep te soppen!
We wandelen nu al vier uur, maar de gidsen worden steeds enthousiaster en blijken koers gezet te hebben richting authentieke dorpjes. Het is niet ver hoor, zo stellen ze ons glimlachend gerust! We komen uit de jungle opeens op open velden, prachtig uitzicht met korenvelden, zo hier en daar een huisje, in de verte de bergen en een heel blauwe lucht, waar zo hier en daar dikke wolken in drijven (raar dat ze blijven hangen!). Maar nu, zo in het open veld, was het echt enorm heet! Ik moest een sjaal over mijn hoofd doen om m'n hoofd en nek te beschermen (verrassing: dit voelde veel koeler, dus misschien is een sarong bij directe zon toch wel een goed idee!). Jacques heeft z'n - totaal doorweekte - handdoek over z'n hoofd gedrapeerd. En we hebben maar weinig water over!
De Tharu dorpjes die verspreid in de velden lagen
waren inderdaad heel interessant. Aan de reactie van de mensen te zien, kwamen hier niet
veel toeristen. De gidsen legden uit dat de meeste toeristen een halve dag de jungle
ingingen en geen interesse hadden in de dorpjes. Het was veel beter om een tocht van een
hele dag te doen, zo sprak onze Gurkha gids waarderend, kennelijk even alles vergetend
over onze maximale vijf uur (en we hadden vooruit betaald, dus daar kan het niet aan
liggen!). Hij vond eigenlijk dat een tocht van twee dagen nog het beste was, dan kreeg men
echt de kans om de mensen en die dieren en het land te
leren kennen.
De dorpsbewoners waren heel vriendelijk, de
vrouwen soms een beetje verlegen maar vooral ook nieuwsgierig, ze vonden het niet erg en
juist wel interessant om op de foto te gaan. De kinderen waren nog minder verlegen en nog
veel nieuwsgieriger en gelukkig had het pens-sweets-roepies-virus hier nog niet
toegeslagen! We rustten even uit zittend voor het huis van een familie die de gidsen goed
kenden, we kregen wat merkwaardig brood en ik vroeg de gidsen of we wat geld zouden geven,
maar dat was niet de bedoeling. Alle kindertjes krioelden om ons heen, gefascineerd mijn
fototoestel bekijkend. Ik liet één van hen door mijn lens kijken en dit was een
doorslaand succes! Zoiets hadden ze nog nooit gezien en nu wou ieder kind door de lens
kijken. Toen ik mijn fototoestel weer voor mezelf had nam ik natuurlijk wat foto's en hier
zie je één van de meisjes, even
lekker haar nek aan het krabben met het zeisje dat ze net in haar handen heeft! De moeder
kijkt toegeeflijk toe, ze zit in de schaduw leunend tegen haar huis. Ondanks haar glimlach
ziet ze er niet uit alsof ze een makkelijk leven heeft, maar ze accepteert de dingen zoals
ze komen, net als haar moeder en grootmoeder...
Deze dorpjes moeten allemaal verdwijnen uit het
reservaat in de komende jaren, zo vertellen de gidsen ons. Dit om het reservaat intact
te
houden. Ik kan me voorstellen dat de dorpelingen niet veel zin hebben in verhuizen, het is
net zo goed hun land als dat van de dieren. Een moeilijk probleem voor dit soort landen,
het evenwicht tussen het belang van de plaatselijke inwoners en het belang van het
behouden van uitstervende dieren en 'ongerepte' natuur. Soms kan er toch een goede
samenwerking gevonden worden: ééns
per jaar moet het hoge gras verwijderd worden (hier in Chitwan park maar bijvoorbeeld ook
in Keoladeo
Nationaal Park in Bharatpur, India) en
dat willen de dorpelingen gratis doen, als zij vervolgens het gras mogen verkopen. Maar
niet alles is zo simpel. Het probleem doet me een beetje denken aan de milieu problemen
die wij met onze boeren hebben, we hebben natuurlijk boeren nodig en we willen ook niemand
ruïneren, maar we moeten in ons overbevolkte landje wel veel zorg aan ons milieu
besteden.
Hier liggen we dan, totaal uitgeput, tenminste Jacques
ligt, ik ben uitgeput en toch al weer opgesprongen om nog wat fotootjes te maken!
Voorbijkomende kinderen pauzeren meteen ook maar even, erg interessant natuurlijk die
uitgeputte buitenlanders. Zo kunnen we lekker naar elkaar staren, want zij dragen
merkwaardige houten constructies, die bedoeld blijken te zijn om vanavond kaarsen in rond
te dragen. In het dorp waren ook enkele mannen bezig met het in hout uitsnijden van dit
soort constructies. Vanavond begint een feest dat enkele dagen zal duren: het
Lichtjesfeest (Tihar).
Tenslotte komen we terug bij de rivier die langs
ons hotel stroomt, de tocht heeft nu een ruime acht uur geduurd in plaats van de geboekte
maximale vijf uren... We nodigen onze gidsen uit voor een lekker biertje en die laten zich
niet twee maal vragen! Nu beginnen we ons echt een beetje als één familie te voelen.
Gids Raj vertelt ons dat toeristen zich soms een beetje raar gedragen als ze hier aankomen
na al het gezeur van vele touts. Jacques begrijpt de hint en biedt
z'n verontschuldigingen aan
voor ons gedrag gistermiddag, we hadden ook wel veel gezeur gehad bij onze reis hierheen.
De stemming wordt steeds beter, naarmate we ons watertekort verder aanvullen! Wij
herinneren ons dat we eigenlijk nog een bus moeten reserveren, omdat we morgen naar
Pokhara willen. O, dat is geen probleem, zegt Raj en hij roept vanaf het dakterras naar
wat collega's dat ze even voor morgen twee plaatsen in de bus moeten reserveren en dat was
dat! Heel fijn, als dingen zo soepel geregeld worden. Ik moet nog even denken aan alle
zorgen die we ons gemaakt hebben over de enorme tijd die we kwijt zullen zijn aan het zelf
organiseren van vervoer! Het is natuurlijk ook wel eens minder gelopen, maar in het
algemeen zijn we er heel weinig tijd aan kwijt geweest en is het redelijk gelopen, zo af
en toe wat verrassinkjes maar dat hoort erbij! Ons vooraf globaal geplande schema hebben
we zelfs helemaal kunnen aanhouden, dus we maken ons nu geen zorgen meer over zelfstandig
reizen.
We zijn nu in het stadium dat er wat meer gezegd
kan worden en de gidsen vertellen enthousiast hoe ze ons gisteren al direct inschatten als
mensen die liever een makkelijke wandeling hebben dan een zeer spannende! Dus hebben ze
ons meegenomen op een relaxte wandeling, ze waren heel tevreden met zichzelf! Ik ben blij
dat ze ons niet inschaalden bij de moeilijke of spannende categorie, al vraag ik me nu wel
af wat ze daaronder verstaan! Nu moet ik wel zeggen dat ik vrijwel geen spierpijn had de volgende dag (dat is
wel eens anders, bijvoorbeeld vorig jaar na ons 'inlooptochtje' in de Gorge du Verdon in
het zuiden van Frankrijk, we zijn niet eens toegekomen aan de echte tocht, wat we dit jaar
hopen goed te maken...), het was vooral de hitte en het gebrek aan water wat ons opbrak.
Raj nodigde ons uit voor de avond, we konden een zogenaamde stokkendans bezoeken, die ter ere
van het Lichtjesfeest gehouden werd en daarna dineren met hem en de andere gids. We gingen
even douchen - zalig als je zo bezweet bent en onder het stof zit! Toen we weer op ons
balkon kwamen was het donker geworden en stond de hele tuin en alle balkons vol met
brandende kaarsjes, ter ere van het Lichtjesfeest. Dit gaf een heel speciale sfeer aan de
hoteltuin, al die lichtjes wiegend op de wind (sorry, klinkt niet zo heel origineel geloof
ik...).
De stokken dans was interessant om te zien,
alleen zag je niet zo veel want het was heel donker! Ritmische dans begeleid door
trommels, aanval- en verdedigingsbewegingen werden geïmiteerd met grote zwaaiende
bewegingen van de stokken. Hierna kon iedereen mee dansen dus ik deed m'n best en was al
na tien minuutjes totaal overdekt met zweet... (alweer!!). Hierna gingen we 'Dal Bhat'
eten. Dit moet je leren eten (of eet het gewoon niet): rijst met los geserveerd een soort
soepje bestaand uit olie, kruiden en peperzaden, yoghurt met vruchten, 'zeer' dure
spinazie, heftig gekruid... We aten in een klein, beetje armoedig pensionnetje waar Raj en
de andere gids een kamer deelden. Samen betaalden ze evenveel voor één maand als wij
voor één nacht, dit maakte ons wel even beschaamd over onze welvaart!
Vooral Raj vond het leuk om met ons te praten en legde ons van alles uit over het reservaat, maar ook over de Nepalese mensen en over Nepal. De andere gids vertelde ons hoe moeilijk het voor hem was dat zijn huis een uur lopen van het reservaat lag. Als gids begin je om half zes en je bent pas klaar bij zonsondergang, zeven dagen per week. Dus kon hij z'n vrouw en kinderen niet vaak zien. Raj, die het hoofd van de gidsen bleek te zijn, tracht alles zo goed mogelijk te regelen en heeft een algemene pot in het leven geroepen, waar iedereen steeds een deel van z'n salaris in bijlegt. Als iemand dan problemen thuis had zodat hij niet kon werken of ziek was, kreeg hij uit deze pot betaald. Ook een sporadisch pensioen (mensen worden hier niet oud, gemiddeld 55 jaar maar) kon hieruit betaald worden. Ik waardeerde zijn enthousiaste verhaal zeer en we waren blij dat we deze man ontmoet hadden, zo begaan met z'n collega's en zo betrokken bij z'n reservaat. Dit maakte weer heel wat van de minder leuke ontmoetingen in India goed!
De volgende dag liep alles vlekkeloos voor de verandering, dus ontmoeten we elkaar weer in Pokhara!