Bogoria & Baringo

Massa's flamingo's in lake Bogoria!'s Ochtends vroeg vertrekken we uit Nakuru naar Lake Bogoria. Lake Bogoria ligt 100 kilometer ten noorden van Nakuru, bereikbaar via een uitzonderlijk goede en heel rustige weg. Het landschap rondom Lake Bogoria is ruig, mooi om te zien. Lake Bogoria is het nieuwe toevluchtsoord van de flamingo's, nadat de waterstand in Lake Nakuru te laag werd. Geen reisgids kan je voorbereiden op de enorme aantallen flamingo's rondom het meer. Overal waar je kijkt zijn flamingo's: zittend langs de kant, wadend langs de ondiepe oever, zwemmend in het meer, over en weer vliegend van de ene kant naar de andere. Een fantastische ervaring.

De flamingo's blijven net genoeg uit de buurt van de kokendhete geiser bij lake BogoriaHalverwege het meer liggen een paar heetwater geisers. We stoppen er even, wandelen wat rond en maken foto's. Merkwaardigerwijs is het heel rustig in dit park, een paar enthousiaste 'rangers' (parkbewakers) vertellen ons van alles over de natuur en de historie, na ons gewaarschuwd te hebben dat de geisers echt kokend heet zijn - iedere toerist schijnt de onweerstaanbare behoefte te hebben dit zelf nog even te checken...

We geven één van de rangers een lift richting bewoonde wereld, tenminste als je die paar winkeltjes in houten hutjes op een verlaten kruising zo kan noemen? Zelf rijden we nog twintig kilometer verder naar Lake Baringo. Het plaatsje Baringo aan het meer is ook niet echt uitgestrekt, misschien 50 huizen? We rijden nog een paar keer heen en weer over het minieme stukje asfalt door het dorp, maar de weg stopt aan beide zijden direct buiten het dorp zodat we wel moeten parkeren bij vriendelijk wuivende jongelui, die rustig wachten tot we beseffen dat we toch nergens anders heen kunnen.

Vissende jongetjes, lake BaringoEén jongen past op onze auto terwijl de overige vijf ons begeleiden op een rondwandeling. Inderdaad is er niet veel rond te wandelen, dus gaan we al snel een cola drinken op een super goedkoop terrasje met fantastisch uitzicht over het meer, terwijl we ons laten overtuigen dat we toch wel veel te veel willen betalen voor een kort tochtje over het meer - bijdrage aan de ontwikkeling van het dorp of zo. We zijn de enige toeristen en de laatste tijd is het meer niet populair, dus we hebben weinig keus!

Ons eerste nijlpaard!Het boottochtje is heel aardig. We zien kleine jongens die staan te vissen, tot aan het middel in het water, terwijl krokodillen nog geen honderd meter verderop lui liggen te zonnen. Kan geen kwaad, zo leggen de jongens ons uit, het is namelijk middag, dan zitten ze vol!

IJsvogel, lake BaringoBehalve de krokodillen en de vissende jongetjes zien we onze eerste nijlpaarden, wegduikend in het water, een kingfisher en een visarend. De visarend is goed gedresseerd en wil best showduiken naar een vers visje, wat op balza hout drijvend aan hem aangeboden wordt. Dat geeft mooie foto's!

De visarend op jacht!In een sfeer van algemene verbroedering nemen we afscheid van de jongens, die te kennen geven onze petjes heel aardig te vinden. Jacques belooft er een paar op te sturen, en Jac: beloofd is beloofd!

De visarend pakt razendsnel zijn prooiOp de terugweg naar Nairobi trekken we over het platteland tussen het Aberdare gebergte en Mount Kenia, waar iedereen in van die strooien hutjes uit mijn zondagschoolboekjes woont. Temidden van de modder, dat hadden ze nog vergeten in de boekjes. Ik fotografeer enthousiast de eerste 'originele' hutjes - enige omzichtigheid is hierbij aan te bevelen - maar geleidelijk wordt duidelijk dat hutjes hier de standaard behuizing zijn. Alleen in de grootste provinciesteden staan stenen huizen, daarbuiten is golfplaat al een hele luxe.

Jac, waar blijven onze petjes???We overnachten in Nyeri, het vertrekpunt voor tochten naar Mount Kenia en naar het Aberdare gebergte. Het schijnt niet de tijd van het jaar te zijn voor een tochtje, dus we hebben vrijwel het hele hotel voor onszelf. We gaan op verkenning in Nyeri, een echt provinciestadje waar we wat rondlopen en in een plaatselijk restaurantje eten. Heel gezellig, alleen jammer dat we nu in totale donkerte naar ons ongezellige hotel op een heuvel even boven het stadje moeten wandelen, want van straatlantaarns heeft men hier nog niet gehoord. Alle reisgidsen herhalen keer op keer dat je niet 's avonds over straat moet gaan, dus leg ik Jacques geruststellend uit dat het hier helemaal niet gevaarlijk kan zijn 's avonds, zo'n provinciestadje en er zijn immers geen toeristen (behalve wij dan). Er gebeurt natuurlijk niets. Twee dagen later leest Jacques triomfantelijk voor uit de 'Kenia Tribune' (alles is hier in het Engels): enkele dagen Hutjes in de buurt van lake Bogoriaterug is in Nyeri een man beroofd, een Keniaan uit Nairobi met maar enkele shillings op zak, wat hem te staan kwam op een stevige klap op het hoofd. Zo zie je maar dat je voor je eigen gemoedsrust beter geen kranten (of reisgidsen) kan lezen!

We komen maar net op tijd in Nairobi aan om onze auto af te leveren. De wegen zitten verstopt met ladingen 'Matatus' - een soort zelfmoordbusjes, goedkoop en zeer snel vervoer, zodanig gebutst dat we een respectabele afstand trachten te bewaren. Misschien hebben stoplichten toch nog bestaansrecht, bedenken we. Al staan er niet veel en die er staan worden totaal genegeerd. Na een weekje rijden zijn we zeer ervaren: we kunnen links schakelen zonder telkens de ruitenwisser aan te zetten in plaats van de richtingaanwijzer. Wel goed dat we met z'n tweeën zijn, zo kan de bijrijder de bestuurder er regelmatig aan herinneren dat de overige weggebruikers hier meestal links houden...We starten met onze safari!




Terug naar Virtual Traveling home